10. Gods heerlijkheid
De paradijsthese geeft een andere kijk op Genesis.
Getracht is dicht bij de tekst te blijven, omdat God met één mond spreekt. Het geopenbaarde woord moet immers stroken met alles wat in de natuur te vinden is.
Alleen God is niet aan de natuur gebonden.
Hij kan wonderen doen die ons verstand verre te boven gaan.
In de paradijsthese is uitgegaan van de mogelijkheid dat God veel meer wonderen heeft gedaan, dan dat er zijn opgeschreven.
In het Nieuwe Testament zijn doelbewust ook niet alle wonderen opgenomen die Jezus heeft verricht (Joh. 21:25). Aannemelijk is daarom dat ook in het Oude Testament niet alle wonderen zijn opgenomen.
God is kennelijk terughoudend in Zijn openbaring.
Maar aan alles wat geopenbaard is, hebben we genoeg.
De vraag is nu reëel, of we op basis van wat wel geopenbaard is lijnen mogen doortrekken?
Zo ja, in welke richting?
Over Genesis wordt onder christenen heel verschillend gedacht.
Wat heeft God bedoeld?
Biedt de letterlijke interpretatie van Genesis wel voldoende ruimte aan wetenschappers?
De Bijbel is te beschouwen als een briljant.
Wie onder verschillende invalshoeken er naar kijkt, ziet steeds weer iets anders.
Zo blijft de Bijbel prachtig en boeiend, er is telkens wel iets nieuws te ontdekken.
Zelfs na 2000 jaar zijn er theologen die tot nieuwe inzichten komen en iets nieuws weten op te diepen uit die eeuwenoude Bijbel.
Dat komt mee door veranderende omstandigheden.
Historisch onderzoek weet nieuwe feiten te achterhalen.
De natuurwetenschap brengt de kennis over de natuur verder.
Kortom, nieuwe inzichten werpen nieuw zicht op de Bijbel.
Met dank aan Darwin zijn evolutionaire processen ontdekt.
De ouderdom van de wereld zijn we gaan schatten in 'miljoenen' jaren.
Op basis van het werk van Darwin hebben evolutionisten spectaculaire ideeën ontwikkeld met een hoog speculatief gehalte. Speculatief gezien de kansberekeningen die zij zelf daarbij maken.
Maar wie nadenkt over het ontstaan van het universum ontkomt niet aan een zeker speculatief denken.
Vandaar dat ik mij schatplichtig voel ten aanzien van evolutionisten.
Zij leerden mij in 'miljoenen' jaren te denken, en gaven mij de durf om speculatief te durven denken.
Want het idee dat tijdens de zondvloed de aarde van piramide- in bolvorm is getransformeerd, is zeker speculatief. Maar zoveel puzzelstukjes vallen daarbij zo op hun plaats, dat dit model zeker verdient te worden overwogen.
Gods heerlijkheid is niet door iedereen direct te zien, laat staan te doorgronden.
Maar ook hier geldt: Wie zoekt, zal vinden (Mat. 7:8).
God wil namelijk graag Zijn grootheid en liefde aan ons tonen.
Hij doet daarbij een beroep op ons om ons voor hem open te stellen.
Hij komt via twee manieren naar ons toe: Bijbel en natuur.
In beide openbaart Hij wie Hij is.
De Bijbel is in handen gegeven van kleine mensen. Tijdens de Reformatie is dit nog eens bevestigd. De Bijbel is niet alleen een boek voor theologisch geschoolden, maar een boek voor iedereen. Samen met alle heiligen worden we opgeroepen om de lengte en de breedte, de hoogte en de diepte te leren begrijpen (Ef. 3:18). Elke schrifttekst immers is door God geïnspireerd en kan gebruikt worden om onderricht te geven, om dwalingen en fouten te weerleggen (2 Tim. 3:16).
Zo wil God ons samen verder brengen. Daartoe zijn we aan elkaar gegeven.
Iedere tijd komt met nieuwe vragen. We mogen kennelijk niet dogmatisch al te vast blijven zitten aan al het oude. Telkens is er iets nieuws om over na te denken.
De paradijsthese is zo'n nieuw idee.
Voor ongelovigen is geen enkel wonder aanvaardbaar.
Gelovigen daarentegen geloven in wonderen, omdat met name Jezus wonderen deed om ons God bekend te maken, en om ons in te wijden in Gods plannen.
Maar ook het gewone, zo leerde Jezus ons, is een wonder. Kijk maar eens naar de graankorrel: 'Waarachtig, ik verzeker u: als een graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft het één graankorrel, maar wanneer hij sterft draagt hij veel vrucht' (Joh. 12:24).
Zo zijn gelovigen vertrouwd geraakt met wonderen.
Speciaal in wonderen hebben zij Gods hand leren zien.
Jezus heeft veel meer wonderen gedaan dan er zijn opgeschreven.
Vanuit dit idee is het niet vreemd om aan te nemen dat God, ook tijdens de oudtestamentische periode, veel meer wonderen heeft gedaan dan dat er zijn opgetekend.
Wonderen verkondigen Gods heerlijkheid.
Nog meer wonderen verkondigen Gods heerlijkheid nog meer.
Wetenschappelijk gezien vraagt de polemiek over Genesis om nader onderzoek.
Laten Bijbeluitleggers, paleontologen, kosmologen en biologen een onbevangen gesprek met elkaar aangaan.
Het letterlijk volgen van Genesis kan geen probleem zijn. Het door God geschapen verstand mag optimaal ingezet worden om vragen op te lossen.
Elke nieuwe ontdekking draagt immers bij aan de vermeerdering van Gods heerlijkheid.
Tenslotte, Genesis is slechts een aanloop.
Wie meer wil weten van de kern van het Evangelie, kan dat uiteraard vinden in de Bijbel.
Ter ondersteuning daarbij zijn onder andere de volgende boeken te raadplegen:
- 'Dit grote verhaal' van ds. G. Gunnink
- 'Waarom ik een Christen ben' van John Stott
- 'In alle redelijkheid, Christelijk geloof voor welwillende sceptici' van Tim Keller
Na deze 10 hoofdstukken heb ik de paradijsthese uitgebreid.
Ik ben daarbij op enkele vragen ingegaan.
Maar vooral heb ik mij geconcentreerd op het paradijs.
Waar is deze gebleven?
In de volgende hoofdstukken geef ik daarop een antwoord.
> Naar hoofdstuk 11: 11. Dood in (?) en buiten het paradijs