5. God wandelde mogelijk 'miljoenen' jaren met de mens
We zijn steeds beter in staat om in miljarden jaren te denken. Zo is het eenvoudig in te zien dat op een tijdschaal van miljarden jaren enkele miljoenen jaren een relatief korte periode is.
Gebruikelijk is om de paradijsperiode slechts op enkele tientallen jaren in te schatten.
Bij het tellen van Adams leeftijd vanaf de zondeval, komt er ruimte om zowel te denken in tientallen jaren als in 'miljoenen' jaren.
Nu bij gevonden fossielen gebleken is dat de aarde veel ouder is dan circa 6000 jaar, moet de paradijsperiode zeker kennelijk lang hebben geduurd.
Als God Adam en Eva als '12-jarigen' heeft geschapen en de zondeval plaatsvindt voordat ze beiden '30 jaar' zijn, dan ligt hier een probleem.
Hoe kunnen miljoenen jaren in die tijdsperiode van '18 jaar' ingepast worden?
We weten dat vóór de zondvloed de mensen veel ouder werden dan erna.
Bijvoorbeeld: Adam werd 930 jaar (Gen. 5:3-5), Set leefde 912 jaar (Gen. 5:6-8), Meteselach leefde 969 jaar (Gen. 5:25-27).
Na de zondvloed werden de mensen minder oud. God had dat besloten: Mijn levensgeest mag niet voor altijd in de mens blijven, hij is immers niets dan vlees; hij mag niet langer dan honderdtwintig jaar leven (Gen. 6:3).
De zondvloed had een grote impact. De leeftijd van een mens werd met circa een factor 7 ingekort. Of anders gezegd: elk jaar woog 7 keer zwaarder. De mens werd sneller oud. Kinderen werden eerder geboren, de mensen stierven eerder.
Het leven voor en na de zondvloed kende een 'versnelling' met een factor 7.
Dit bovenstaande idee is hanteerbaar.
De Bijbel wordt letterlijk gevolgd: voor de zondvloed werden de mensen veel ouder dan erna.
Maar er is meer.
Ook de kinderen werden voor de zondvloed veel later geboren.
Bijvoorbeeld: Kenan was 70 jaar toen hij Mahalalel verwekte (Gen. 5:12), Metuselach was zelfs 187 jaar toen hij Lamech verwekte (Gen. 5:25).
Deze beide waarnemingen hebben zich rond de zondvloed voorgedaan.
Lang niet zeker is of dergelijke processen zich ook hebben voorgedaan tijdens de zondeval.
Als effect van de zondeval lezen we ondermeer: Zweten zul je voor je brood, totdat je terugkeert tot de aarde, waaruit je bent genomen: stof ben je, tot stof keer je terug (Gen. 3:19).
Bovendien werd de mens uit het paradijs weggejaagd om te voorkomen dat hij ook (in gevallen staat) van de levensboom zou eten.
Zowel bij de zondeval als bij de zondvloed hebben zich processen voltrokken die ons een helder zicht op de situatie in het paradijs ontnemen. We kunnen niet zomaar wat extrapoleren.
Toch weten we dat het Gods bedoeling was uit Adam en Eva een heel volk te scheppen, waarvan het getal overeenkomt met het getal dat Hij nu bezig is vol te maken. Want we lezen immers: De Heer is niet traag met het nakomen van zijn belofte, zoals sommige menen; hij heeft alleen maar geduld met u, omdat hij wil dat iedereen tot inkeer komt en niemand verloren gaat (2 Petr. 3:9).
We weten niet in welk tempo, in het scenario zonder zondeval, God dit wilde realiseren.
Ook weten we niet of God in dat scenario mensen tot zich zou hebben genomen, zoals Hij deed bij Henoch (Gen. 5:24) en Elia (2 Kon. 2:11), of dat Hij na verloop van tijd mensen een verheerlijkt lichaam zou hebben gegeven (bijvoorbeeld door het frequent eten van de levensboom).
Maar stel, om maar een willekeurige greep te doen, dat God 3 miljard mensen in 3 miljard jaar tot volheid wilde brengen, dan zijn enkele 'miljoenen' jaren goed inpasbaar als start voor Adam en Eva.
Kortom, uitgaande van de geopenbaarde veranderingen rond de zondvloed en kijkend naar Gods plan om een groot volk in Zijn heerlijkheid te brengen, is voorzichtig te veronderstellen dat ook rond de zondeval een 'versnelling' is bewerkt; na de zondeval kreeg de mens een veel kortere tijd van leven toebedeeld. Bovendien wachtte hem aan het einde van dat kortere leven de dood.
Adam en Eva wandelden in het paradijs met God. Elke dag was een feestdag. Geweldig.
Zo geweldig dat ze zelfs in 'miljoenen' jaren niet uitgekeken zouden raken op God, op elkaar en op al het moois om hen heen. Variatie in overvloed.
In die situatie telden ze hun dagen niet. Wat voor zin zou dat hebben gehad terwijl ze miljoenen jaren voor zich hadden liggen?
Laten we dit even op ons inwerken.
Is het bestaanbaar dat Adam en Eva in zo'n situatie hun verjaardagen vierden?
> Naar hoofdstuk 6: God veranderde de aarde na de zondeval; de eerste grote verandering