12. Is de paradijsthese relevant?
In het Darwinjaar zijn er tal van nieuwe publicaties verschenen.Daarvan heb ik de volgende gelezen:
- Sterrenstof van René Franssen (theïstisch evolutie)
- Feiten genoeg van Lee Strobel (Intelligent Design)
- Hoe bestaat het; 60 vragen over schepping, evolutie en de Bijbel van Don Batten e.a. (Bijbels creationisme)
Bij het overdenken van al dit materiaal, kreeg ik even het idee dat de paradijsthese achterhaald is.
Wie wacht er nog op de zoveelste poging om het fossielenarchief een plek te geven dat in overeenstemming is met de Bijbelse gegevens.
Vooral nu de wetenschap vrij algemeen uitgaat van de oerknal, waarbij met miljarden jaren wordt gerekend. Volgens ondermeer Cees Dekker zou de aarde wel 13,7 miljard jaar oud zijn.
Dit zijn getallen die het ontstaan van de aarde in een heel ander daglicht stellen.
De kosmologie reikt hardere gegevens aan dan wat er in de aardlagen te ontdekken viel.
De openbaring uit Genesis 1 krijgt een geweldige klap en valt aan diggelen.
Zo schijnt het.
Maar schijn bedriegt.
Juist het tegenovergestelde is waar.
De kosmologie ondersteunt op cruciale onderdelen het verhaal uit Genesis 1.
Kijk maar:
- Bij de oerknal is alles uit niets ontstaan. Een bekend Bijbels gegeven.
- Gelijktijdig met de oerknal is het licht ontstaan. Dat licht bescheen alle brokstukken en hemellichamen die tijdens de knal ontstonden. De eerste dag uit Genesis.
- Kosmologen zeggen dat de zon en de maan een tijd na de oerknal zijn ontstaan. Verondersteld wordt dat de maan afgesplitst is van de aarde. Uit Genesis blijkt dat God eerst de chaos schiep (eerste dag) en daarna de kosmos (vierde dag)
- Kosmologen veronderstellen dat de aarde in eerste instantie onregelmatig en ruw was, en dat onder de werking van de zwaartekracht deze uiteindelijk zijn bolvorm heeft gekregen. Ik denk dat dit bolvormingsproces pas tijdens de zondvloed is afgerond.
Dus de kosmologie lost veel problemen op. Velen begrepen niet hoe het kwam dat God eerst het licht heeft kunnen scheppen, en pas dagen later de lichtdrager, de zon.
Kosmologen geven nu het antwoord.
Maar ja, elk antwoord roept nieuwe vragen op.
Want in de kosmologie rekent men immers met miljarden jaren.
In het boek 'Hoe bestaat het' wordt een begin van een oplossing voor dit probleem gegeven.
Zie hoofdstuk 5.
Wetenschappers gaan er in het algemeen vanuit dat de natuurconstanten altijd contant zijn geweest.
De zwaartekracht, de lichtsnelheid, het zijn onwrikbare grootheden.
Deze vrij algemene geaccepteerde 'aanname' maakt dat wetenschappers de natuur lezen vanuit dit uitgangspunt.
Ik veronderstel, voortbordurend op wat daarover in het boek 'Hoe bestaat het' is beschreven, dat de natuurconstanten pas enkele dagen na de oerknal nauwkeurig zijn ingesteld. Misschien is zelfs de zwaartekracht daarna nog een keer aangepast, en wel bij de zondvloed. Waardoor de bolvorming van de aarde versneld is voltooid.
De wetenschap ontwikkelt zich nu razend snel.
Bij het lezen van de bovengenoemde boeken viel mij dat opnieuw op.
Bij het lezen van 'Feiten genoeg' kreeg ik de indruk dat veel uit het boek 'Sterrenstof' feitelijk al achterhaald is. De klassieke argumenten voor de evolutie zijn door wetenschappers een voor een van tafel geveegd.
Maar ook de evolutietheorie evolueert.
Er zijn tal van nieuwe ontdekkingen die de theorie nieuw leven inblazen.
Zo lijkt het DNA van de chimpansee veel op dat van een mens.
Wel circa 96% komt met elkaar overeen.
Een sterk argument voor de evolutie, zo heet het.
Maar dit 'kleine' verschil in DNA vertegenwoordigt wel een hoeveelheid aan informatie, dat als je het op papier zet, een hele lange boekenplank vult. Zelfs een veelschrijver als Willem Ouweneel heeft het nog niet gepresteerd om zoveel informatie op papier te krijgen (Zie hiervoor in 'Hoe bestaat het' blz. 137).
De evolutionaire stap van mensaap naar mens lijkt daarmee groter dan uit de eerste DNA-vergelijking ogenschijnlijk bleek. Toch iets om over door te denken.
De stap van zesduizend jaar naar miljarden jaren is door velen snel gemaakt.
Maar even snel is een stap terug te maken, als nieuwe wetenschappelijke inzichten daarom vragen.
We zagen al dat door de oerknal alles uit niets is ontstaan, en dat vele eerdere theorieën daardoor irrelevant zijn geworden.
Zo kan het ook met de huidige theorieën gaan.
Immers de kosmologie staat nog in zijn kinderschoenen.
Er valt nog veel te ontdekken.
Prachtig is het dat de wereld in het grote heelal zo gesitueerd is, dat we van daaruit veel kunnen waarnemen en bestuderen. Er zijn nog tal van verschijnselen die om een verklaring vragen.
Nog vele ontdekkingen staan ons nog te wachten.
God leidt alles.
Is het te verwachten dat binnenkort de wetenschap tot het inzicht komt dat de wereld in enkele dagen 'ontstaan' is? Is met de ontdekking van de oerknal niet de eerste stap in die richting gezet?
Misschien trekken we onze conclusies te vroeg?
Er valt immers nog veel te ontdekken.
Een totaalbeeld hebben we nog niet.
De complexiteit van het leven is zeer groot.
Hoe meer we ontdekken, hoe groter onze verwondering.
In het Darwinjaar valt dan ook veel te genieten.
Ogenschijnlijk lijken veel wetenschappelijke ontdekkingen te strijden met het betrouwbare Woord.
Ogenschijnlijk, want het betrouwbare Woord is deels door onze eigen interpretaties vervormd.
Want er staat echt niet in dat het paradijs slechts kort bestaan heeft.
Theologen hebben dat bedacht.
Er staat echt niet in dat God Adam en Eva als volwassen geschapen heeft.
Theologen hebben dat bedacht.
Er staat echt niet in dat God de wereld bolvormig geschapen heeft.
Er staat ook niet in dat de roofdieren pas na de zondeval op aarde zijn verschenen.
Er staat niet in dat Kaïn en Abel met hun zusters zijn getrouwd.
De natuur laat zich op verschillende manier lezen.
Evenzo laat de Bijbel zich op verschillende manieren lezen.
Aan ons de taak om de juiste interpretaties te vinden, die stroken met de wetenschap en die recht doen aan de betrouwbaarheid van Gods openbaring.
De paradijsthese wil, blijvend binnen de grenzen van de confessie, een aanzet geven om Genesis op enkele punten anders te lezen.
Dit met het oog op wetenschappelijke waarnemingen die door velen worden onderschreven.
Want wat de wetenschap naar voren brengt, moet vaak serieus genomen worden.
Dat is ook te leren uit het bekende verhaal van de wijzen uit het Oosten.
Zij kwamen te Jeruzalem, deden navraag, maar niemand ging met hen mee naar Bethlehem.
De schriftgeleerden dachten toen wellicht: "God openbaart de geboorte van een koningszoon niet aan ongelovigen, dat kan gewoon niet waar zijn.''
Maar toch.
God schakelt ook 'ongelovigen' in.
Dit gegeven maakt dat gelovigen sterk geïnteresseerd mogen zijn in wat wetenschappers naar voren brengen. Zelfs als het ogenschijnlijk in strijd lijkt met de gangbare interpretatie van Gods woord.
Ook dan geldt: "Doof de Geest niet uit en veracht de profetieën niet die Hij u ingeeft. Onderzoek alles, behoud het goede (1 Tess. 5:19-21)."
Kortom, de paradijsthese kan relevant zijn om:
- Vervreemding weg te nemen als ogenschijnlijk wetenschappelijke waarnemingen botsen met het betrouwbare Woord.
- Verwachtingsvol uit te zien naar iedere nieuwe wetenschappelijke ontwikkeling.
- Het verstaan van de Bijbel in rapport te brengen met de huidige tijd.
- De eigen opvatting eens tegen een ander licht te houden.