13. Zijn er Bijbelse argumenten om Genesis 1 niet letterlijk (als historische dagen) maar metaforisch (allegorisch, poëtisch enz.) te lezen?
Deze vraag is aan de orde gekomen tijdens de vervolgconferentie Darwin in de kerk op 13 februari 2010. Gert Kwakkel beantwoordde deze vraag helder: uit het oogpunt van exegese moet dit letterlijk opgevat worden. Zeker ook vanwege het bekende refrein na elke dag: het werd avond en het werd morgen.
Filosoof Maarten Verkerk daarentegen betoogde dat Genesis geen geschiedenis boek is. Het geeft geen exacte historische beschrijving. Genesis is meer een liefdesboek, waarin God aangeeft dat Hij een verbond aangaat met de mens. Genesis is een Verbondsboek.
Maarten ziet de evolutietheorie als een respectvolle wetenschappelijke theorie, die door vele christenen wordt onderschreven. Denk daarbij o.a. aan Knevel.
Het idee om God te verbinden met de evolutietheorie, zoals theïstische evolutionisten dat doen, wijst hij radicaal af. Wetenschappelijk gezien kan dat niet.
Recent las ik in het Nederlands Dagblad:
(Uit het interview met Gijsbert van den Brink, Nederlands Dagblad, ZOZ- portret 6 februari 2010)
Graag zou hij zien dat het vanzelfsprekende verzet in orthodox-christelijke kring tegen macro-evolutie minder wordt. "Ik verwacht van predikanten echt niet dat ze de evolutietheorie gaan verdedigen. Wat ik wel hoop, is dat ze, als mensen roepen dat je als christen in zes keer 24 uur moet geloven, durven te zeggen dat het allemaal iets ingewikkelder ligt. Dat ze het simplisme durven doorbreken."
"Als je de kant van het creationisme opgaat, scheep je jongeren op met ideeën waarmee ze later vastraken. De gevolgen van die kortzichtigheid kunnen mij inderdaad boos maken."
Uiteindelijk kunnen biologie en theologie elkaar niet tegenspreken, meent Van den Brink.
"Mijn idee is dat evolutie uiteindelijk verenigbaar is met het christelijk geloof."
Buiten Nederland accepteren volgens hem talloze orthodoxe theologen gewoon de evolutietheorie. "John Stott, J.I. Packer, Tim Keller, Alister McGrath gaan echt niet voor creationistische oplossingen. En zij verkondigen niettemin het klassieke christelijke geloof. Ook als ik mijn eigen preken erop nakijk - waaronder die over Genesis 1 tot en met 3 - verandert er nauwelijks iets."
Toch begrijpt hij het verzet heel goed.
"Mensen vragen: kunnen we wat we lezen in de Bijbel nog wel vertrouwen? Dat vind ik een indringende vraag, al zeg ik wel: het gaat er niet om dat God niet had kúnnen scheppen is zes keer 24 uur, maar dat Hij het blijkbaar - gezien alle bewijs - niet heeft gedáán." Wat ook niet meehelpt, is dat wetenschap vaak in stelling wordt gebracht tegen het geloof. "Veel wordt als wetenschappelijk feit verkocht wat eigenlijk een materialistische levensvisie is. Van de weeromstuit gaan gelovigen de wetenschap wantrouwen."
Een "heilloze polarisatie", meent Van den Brink. "Juist christenen kunnen helpen feiten en levensbeschouwing op dit gebied te onderscheiden."
De feiten zijn volgens Van den Brink onder meer een miljoenen jaren oude kosmos en een geleidelijke ontwikkeling van alle soorten leven, inclusief de mens.
"Ik vind de gedachtegang van John Stott aansprekend: ooit is er een eerste mens geweest, de homo divinus, die door God uit de hominiden werd geroepen. Hij kreeg bewustzijn en religieus besef. Deze mens - Adam, onze voorouder - keerde zich vervolgens van God af.
Calvijn zegt ergens: wat de mens boven het dier verheft, is zijn godsdienst."
(Samenvatting symposium over het Schriftgezag, waar ondermeer ds. Henk de Jong sprak; Nederlands Dagblad, pagina 2, 6 februari 2010)
De eerste hoofdstukken van de Bijbel, over schepping en zondeval, zijn volgens ds. Henk de Jong niet te gebruiken voor een reconstructie van de geschiedenis. Genesis is "historische werkelijkheidsbeschrijving", "maar dan op de wijze van de profetie: geestelijk, symbolisch, met gebruikmaking ook van eigentijdse beelden en sterk samenvattend, in ieder geval anders dan de voorstelling van de werkelijkheid in natuurkunde- en geschiedenisboeken."
Zo raakt hij ook bij de vier evangeliën niet in de problemen als de twee verhalen over de tempelreiniging verschillen. De Bijbel gaat vrij met tijdsvolgordes om, "doordat de Geest der profetie haar eigen schikkingsprincipes volgt".
Het bovenstaande laat zien dat opvattingen over Genesis verschuiven.
Zelfs gerformeerde orthodoxe theologen aanvaarden de evolutie, en hun exegese over
Genesis passen ze daarop aan.
Het lijkt erop dat wie vasthoudt aan scheppingsdagen van 6 x 24 uur, een achterhoedegevecht voert.
Maar al onze opvattingen blijven onder de tucht van nieuwe ontwikkelingen en de daarop gebaseerde betere theorieën.
Uiteindelijk zal blijken, en dat zeg ik Gijsbert van den Brink na, dat biologie en theologie elkaar niet tegenspreken.
Voor het zover is, moeten we wel onderkennen dat ons denken gebrekkig is.
Als we achterom kijken dan zien we geweldige ontwikkelingen. Elke tak van wetenschap maakt vorderingen. Verwacht mag worden dat deze trend zich zal voorzetten.
Dus op elke tak van wetenschap zijn nog vele stappen te zetten.
Gezien dit feit lijkt het mij het verstandig dat theologen de nog niet gestolde theorieën uit de wetenschap te snel omarmen. Naar mijn inschatting verliest de evolutietheorie terrein, vooral omdat de complexiteit vele malen groter is dan wie dan ook heeft verwacht.
Daarnaast is het uiteraard prima dat theologen zich buigen over de laatste wetenschappelijke ontwikkelingen en dit laten resoneren in hun denken.
Het enkele feit dat biologie en theologie zich niet mogen tegenspreken, noopt tot bezinning.
Ik ben geen wetenschapper, maar als ik het goed heb, zijn zelfs de tegenstellingen tussen jonge- en oudeaardecreationisten onoverbrugbaar. Laat staan die tussen creationisten en evolutionisten.
Met de paradijsthese leg ik het idee op tafel, dat de aarde 6000 + X = Y jaar oud is.
Die X kan enkele dagen, dan wel vele miljoenen jaren bedragen.
Die X is niet te bepalen door theologen, maar wel door de natuurwetenschappers.
Zo heeft ieder zijn eigen vak.
Ik ben noch natuurwetenschappelijk noch theologisch gevormd.
Wel heb ik het een en ander van John Stott en ds. Henk de Jong gelezen.
Ondanks al het goede wat ik bij hen gevonden heb, vind ik hun bovenstaande opvattingen verwerpelijk. Niet alleen vanwege de uitkomst van hun denken, maar ook op de manier waarop zij de Bijbel exegetiseren.
Naar mijn idee heeft de Bijbel de structuur van een 'boom', een stevige stam met tal van takken.
De vier evangeliën zijn dan vier takken, die elkaar aanvullen.
Takken, met takjes, die allemaal met elkaar verschillen.
Zo met elkaar vertonen ze een grote verscheidenheid, maar ook eenheid van structuur.
De hele boom is van hetzelfde hout gesneden, geïnspireerd door de Geest.
Maar de takken verschillen van de stam, en zij komen elk afzonderlijk in hun eigen context tot hun recht.
De stam omvat de vijf boeken van Mozes. Mozes die op de berg met God sprak, en al klimmende boven zijn eigen context uitsteeg.
Daarom denk ik, dat Genesis zowel heilshistorisch als historisch gelezen moet worden. Het is uiteraard een liefdesboek, een verbondsboek, maar ook een geschiedenisboek.
De Bijbel kent boeken van verschillende genres; historisch, literaire, symbolisch.
In het boek Job vallen, volgens mij, al die genres samen.
Vooral de laatste verzen laten dat zien:
Toen bracht de HEER een keer in het lot van Job en Hij gaf hem het dubbele van wat hij eerder bezat. Al zijn broers en al zijn zusters, en iedereen die hem van vroeger kende, kwamen naar zijn huis om samen met hem te eten; ze schudden hun hoofd en troostten hem, omdat de HEER zoveel rampspoed over hem had uitgestort. En elk van hen gaf hem een geldstuk en een gouden ring. De HEER zegende Job in zijn latere leven nog meer dan in zijn vroegere, en zo kreeg Job veertienduizend schapen en geiten, zesduizend kamelen, duizend span runderen en duizend ezelinnen. Ook kreeg hij zeven zonen en drie dochters. De eerste dochter noemde hij Jemima, de tweede Kesia en de derde Keren-Happuch. In het hele land waren geen mooiere vrouwen dan de dochters van Job. En hun vader gaf aan hen een even groot erfdeel als aan hun broers. Hierna leefde Job nog honderdveertig jaar en hij zag zijn kinderen en de kinderen van zijn kinderen opgroeien, tot in het vierde geslacht. En toen stierf Job, oud en verzadigd van het leven (Job 42: 10-16)
Ik denk dat dit allemaal werkelijk is gebeurd. Puur geschiedenis.
Daarnaast lijkt het op een literaire verhaal van het hoogste niveau, waarbij toegewerkt is naar een bijzondere climax; Job ontvangt het dubbele en leeft nog honderdveertig jaar.
Tenslotte wijst deze werkelijkheid verder. Nu zien we dat God Job volledig compenseert voor alles wat hem is overkomen. God geeft Job tweemaal zeventig jaar. Zo'n getal mag je, denk ik, ook zien als symbool voor het eeuwige leven dat ons wacht. Uiteindelijk laat God zien dat Hij recht zal doen en ons meer zal geven dan we tijdens onze beproeving voor mogelijk houden.
God compenseert al het leed dat Zijn kinderen ondervinden, is het niet in dit leven dan wel later.
Wie de diverse genres in de 'tak' aanwezig ziet, mag veronderstellen dat deze ook in de stam aanwezig zijn. Ook Genesis is een verzameling van genres, die niet los van elkaar staan.
John Stott
Nu beweert John Stott het volgende (Zie zijn boek 'De boodschap van Romeinen', blz. 185)
"We moeten zeker openstaan voor de mogelijkheid dat er symbolische elementen
zitten in de eerste drie hoofdstukken van de Bijbel. De vertelling zelf wettigt geen dogmatisme over de zes dagen van de schepping, omdat vorm en stijl ervan suggereren dat het bedoeld is als literaire kunst, geen wetenschappelijke beschrijving. Wat betreft de identiteit van de slang en de bomen in de hof - aangezien 'de slang van weleer' en de 'levensboom' opnieuw verschijnen in het boek Openbaring, waar ze klaarblijkelijk symbolisch zijn - lijkt het aannemelijk dat zij ook in Genesis bedoeld waren om symbolisch opgevat te worden.
Die relatie die John Stott hier legt, is volgens mij reëel.
Wie Openbaring vooral 'geestelijk' leest, ontkomt er niet aan om die leesbril op te houden bij het lezen van andere fragmenten.
Ik wil dit punt verduidelijken aan de hand van de duiding van de levensboom in Openbaring 22:2:
-
In het midden van het plein van de stad en aan weerskanten van de rivier stond een levensboom, die twaalf vruchten gaf, elke maand zijn eigen vrucht. De bladeren van de boom brachten de volken genezing.
Sommige uitleggers vinden dat de levensboom zijn functie heeft verloren, omdat op de nieuwe hemel en nieuwe aarde alles volmaakt zal zijn. Immers er zal geen dood meer zijn, geen rouw, geen jammerklacht, geen pijn, want wat er eerst was is voorbij (Openbaring 21:4)
Ik denk dat de nieuwe mens niet geheel onkwetsbaar is.
Want tijdens de herschepping herstelt God grotendeels Zijn 'oude' schepping.
Zie hiervoor 'Enkele aantekeningen bij Openbaring 21:1-8.', op site
http://www.hervormdoudewater.nl/prekentxt/openbaring21_1-8.pdf
Omdat we als nieuwe mens kwetsbaar blijven, hebben we de vruchten en de bladeren van de levensboom nodig. Die werken preventief.
Wie naar de tropen gaat, haalt een malariaprik. Zo ingeënt loop je geen gevaar om die ziekte op te lopen.
De nieuwe mens is volgens mij weliswaar kwetsbaar, maar zeker ook voor de volle 100% gehoorzaam.
Hij eet de vruchten van de levensboom op tijd, zodat hij geen gevaar meer loopt op enige ziekte. Hij blijft gezond vanwege de vruchten en de bladeren die hij eet.
Zo leeft hij in directe afhankelijkheid, terwijl hij gehoorzaamt.
God schiep Adam en Eva niet als robots, maar als kwetsbare mensen met een vrije wil.
Bij de nieuwe schepping krijgen we weliswaar een nieuw verheerlijkt lichaam, dat gelijkenis zal vertonen met het verheerlijkte lichaam dat Jezus na zijn opstandig heeft ontvangen, maar we blijven op veel manieren afhankelijk van God. Alleen door de ervaring van het hier en nu wijzer geworden, zullen we altijd God gehoorzamen. We zullen met graagte en op tijd de vruchten en de bladeren van de levensboom nuttigen. Beide smaken ze verrukkelijk en verkwikken ziel en lichaam.
Op de nieuwe hemel en de nieuwe aarde zullen we ons de 'oude aarde' kunnen herinneren.
Op de twaalf poorten stonden de namen van de twaalf stammen van Israël. (Opb. 21:12)
Het verheerlijkte lichaam van Jezus laat de wonden van Zijn lijden zien; het zijn eretekenen.
De boeken zijn dan geopend (Openb. 20:12), en blijven open liggen.
We mogen er dan telkens in kijken en zien dat God alles perfect bestuurd heeft.
Ons leven hier en nu zal blijken geen verspild leven te zijn geweest.
Onder Gods leiding zijn wij gevormd in de grote variatie die Hem voor ogen stond.
Vandaar blijft het verleden op de nieuwe hemel en aarde relevant.
Die relevantie zie ik ook terug in de levensboom.
Een echte boom, die in het 'herstelde paradijs' zijn oorspronkelijke kracht zal laten zien.
Het verleden zal voor ons zo transparant worden, dat we God voor alles zullen danken.
Want niets is Hem uit de hand gelopen. (Meer over dit thema in subhoofdstuk 19.10)
De levensboom uit Openbaringen vat ik dus heel letterlijk op.
Voor mij staat die levensboom als een huis.
Desondanks constateer ik dat veel theologen de levensboom symbolisch opvatten, met vaak prachtige redeneringen waarin God groot wordt gemaakt.
Ook dat spreekt mij aan.
Vandaar dat ik de levensboom letterlijk neem met een onderliggende symbolische betekenis.
Ds. Henk de Jong
Henk de Jong probeert de tegenstrijdigheden in de Bijbel een plek te geven. Hij constateert dat de Bijbel vrij om gaat met tijdvolgordes. Die constatering geeft hem kennelijk de exegetische vrijheid om Genesis vrij te interpreteren.
Ook ik constateer oneffenheden in de Bijbel. Maar bij een 'boom' horen nu eenmaal oneffenheden.
Zeker een boom waaraan de mens heeft mogen snoeien.
Het wonderlijke van een boom waaraan gesnoeid is, is dat bij het verdere uitbotten er vaak nauwelijks meer iets van te zien is. Als het 'litteken' wel herkenbaar is, dan overheerst bij mij de verwondering over de kracht van de boom die desondanks verder is gegroeid.
Oneffenheden laten juist Gods grootheid zien.
De waarheid van de Bijbel wordt daardoor niet aangetast, maar juist versterkt.
De groeikracht van de Heilige Geest zie je als je oog houdt op de hele boom.
Wie zeurt over die oneffenheden, en vervolgens de Bijbel moduleert naar zijn inzichten, die is op dat 'enkele punt' de weg kwijt.
Wat Henk de Jong ook aangeeft, is dat Genesis sterk samenvattend is geformuleerd.
Deze waarneming is uiteraard juist, maar daarnaast spreekt het boek van de natuur boekdelen.
Aan ons de taak om beide openbaringen serieus te nemen en met elkaar te laten stroken.
Samenvattend
De inbreng van Gert Kwakkel vond ik verhelderend. Het lag in de lijn van de bijdrage van Kamphuis op het Darwin congres in Nijkerk. Beide professoren blijven exegetisch dicht bij de Bijbel, en laten nieuwe vragen toe.
Daarnaast heb ik veel gehad aan de bijdrage van Maarten Verkerk. Evolutie is een respectabel wetenschappelijke theorie, die niet met theologische maar alleen met wetenschappelijke argumenten bekritiseerd mag worden.
> Naar hoofdstuk 14: 14. In het paradijs wordt een wereldstad, het nieuwe Jeruzalem, gebouwd