Reacties
14. Mailwisseling met Ton de Ruiter
Ton en ik kennen elkaar van vroeger. Vandaar dat in deze mailwisseling een persoonlijke noot te vinden is. Ton heeft in eerste instantie op deel 1 van de these gereageerd, waarna ik hem hebt beantwoord en als een vervolg daarop een reactie op zijn boek heb gegeven. Zijn boek ‘Jezus in ons, een andere kijk op verzoening’ is omstreden, maar mijn ervaring met dit boek is, dat al lezend de betekenis van de verzoening in Jezus Christus verdiept wordt. Al is dat wel op een heel andere manier als waarop Ton dit zich voorstelt.
Beste Nico,
Jouw studie heb ik globaal en hier en daar wat nader gelezen.
Dank dat je me vroeg er eens naar te kijken – dat waardeer ik als een blijk van vertrouwen. Daarom voel ik me ook verplicht een inhoudelijke reactie te geven.
Ik ga niet op alles inhoudelijk in – dat lijkt me onmogelijk, omdat je heel veel aan raakt – ook heb je het meerdere keren over zaken waar ik weinig van weet (zoals bijvoorbeeld het verhaal over de pyramides) – ik heb eerlijk gezegd ook niet zo’n behoefte daar dan in te gaan duiken. Het spijt me, maar jouw stuk toont me daarvan niet voldoende het belang aan en geeft me er dus ook niet voldoende motivatie voor.
Heel algemeen is mijn indruk het volgende:
Je geeft mijns inziens veel aardige gedachten, maar het zijn jouw ‘verzinsels’ (niet denigrerend bedoeld, maar om aan te geven dat het mijns inziens toch niet veel meer dan jouw ideeën zijn). En wie weet – misschien zullen sommige daarvan waar blijken te zijn. Maar ik heb niet de indruk dat ze werkelijk inzicht geven en dus helpen de essentie van wat geloven is te verstaan of dat ze mij en anderen helpen sterker in het geloof te staan.
Tegenover (zogenaamd wetenschappelijke) theorieën van ongelovigen staan – zoals je zelf ook ergens zegt - meerdere (zogenaamd wetenschappelijke) theorieën van gelovigen die de Bijbel daarbij serieus nemen. Jij voegt de jouwe er aan toe en met wat goede wil kan ik jouw Bijbelstudie dus in de laatste groep een plek geven (al vind ik de argumentatie niet echt stevig en dus niet wetenschappelijk te noemen – maar goed, een theorie moet eerst eens opgelaten worden als een ballon – daar kan ik wel in mee komen).
Maar of jouw ideeën nu veel winst geven? Ik wordt er niet warm van, zoals ik wel van een zondvloedtheorie van Rehwinkel kon worden (dat ervoer ik als een aardig en redelijk beargumenteerd alternatief – al heb ik dat ook nooit als DE waarheid aanvaard).
Wat jij in jouw studie geeft zijn volgens mij niet meer gedachten, bedacht door Nico Bakker. Prima natuurlijk. Maar zulk soort gedachten krijgen zelden invloed alleen maar omdat jij ze zo boeiend vind. Anderen zullen ze alleen boeiend gaan vinden als ze er ook goede argumentatie onder zien liggen of vermoeden – of als er tenminste een goede schijn van juistheid lijkt te zijn. Ik zeg niet dat je nergens argumenteert en dat onderdelen niet aannemelijk kunnen lijken, maar het zijn wel heel vaak puur veronderstellingen van Nico. Waarom zou ik (of wie ook) die op jouw gezag moeten geloven? Voor mijn gevoel is dat te vaak zo bij allerlei onderdelen waar je dan later vrij stellig weer op verder bouwt (alsof het bewezen zou zijn).
Hieronder maak ik een paar opmerkingen, waarmee ik de reden aangeef waarom ik vind dat er in jouw studie wel aardige gedachten en hypotheses zitten, maar dat ze niet overtuigend over komen en daarom niet echt behulpzaam zijn voor een betere kijk op God, de Bijbel en de wetenschap.
(ik zou veel meer van zulke opmerkingen kunnen maken, denk ik, maar dat lijkt me niet zo zinvol – het gaat me er om te illustreren met wat voorbeelden waarom ik niet enthousiast kan worden van wat je inhoudelijk schrijft – met alle respect voor je inzet).
1. Dat je de leeftijd van Adam begint te tellen vanaf de zondeval – prima. Maar dat je dáárdoor denkt, dat het mogelijk is dat de aarde al miljoenen (of meer) jaren bestaan heeft vóór der zondeval – tsja. Ik denk dat je hier weinig mensen in mee zult krijgen. De Bijbel geeft geen enkele aanleiding tot zo’n gedachte, maar wekt toch wel de indruk dat er niet echt jaren tussen schepping van Adam/Eva en zondeval heeft gezeten.
2. Zouden Kaïn en Abel (e.a.) net zo een vrouw hebben gekregen als Adam? Leuk idee, maar meer dan een idee ook niet. Ik kan het tegendeel ook niet bewijzen, maar ach – is dit nu echt belangrijk?
3. Jezus kon op water lopen en vissen (be)sturen (en stormen en …) – en dan zeg jij gewoon: DUS Adam kon dat ook! Argument: Hij is immers de 2e Adam. O, denk ik dan. Is dat dus hiermee bewezen?
Zo kan ik van alles beredeneren en verzinnen, maar ik denk dat je dan teveel op de loop gaat met je gedachten. Weer: een leuke en originele gedachtesprong, maar … serieus te nemen? Wie zal je hierin willen volgen? Dit is veel te makkelijk. Waarom moeten we dat geloven? Breng je niet te weinig in rekening dat Jezus gedoopt was met de Geest die Hem hemelse krachten beschikbaar stelde. Het is zeer de vraag of Adam die krachten ook al had als normale gaven. Adam had niet dezelfde taak als de 2e Adam – in ieder geval was zijn uitgangspositie anders.
4. Dat Adam en Eva nog veel moesten leren (geestelijk volwassen worden) lijkt me zeer zeker juist. Als je dan bekijkt wat de eerste beproeving was (wel of niet eten van die boom), dan moeten we eerlijk zeggen dat het in feite een heel simpele beproeving was. Helemaal niet ingewikkeld. Het was ook slechts een eerste stap op de mogelijke weg naar volwassenheid – maar toen faalden ze al.
Het lijkt me niet nodig te veronderstellen dat ze eerst naar volwassenheid moesten groeien om dan pas beproefd te (kunnen) worden. Weer een veronderstelling die je zomaar stelt, maar die eigenlijk in strijd is met het feit dat ze al beproefd werden door een verleiding.
5. Dat in Adam eerst mannelijk en vrouwelijk in één persoon waren, lijkt me goed mogelijk – en dat later het vrouwelijk deel afgescheiden is tot een zelfstandig persoon: een vrouw.
Of er toen DUS nog geen seksuele gevoelens waren? Jij veronderstelt het – maar je argumentatie lijkt me niet overtuigend.
Ook zouden Adam (en Eva) als 12-jarigen zijn – waarom? Jouw argument lijkt te zijn: omdat Jezus als 12-jarige naar de tempel ging, naar het huis van zijn vader. Sorry, maar zo redeneren en argumenteren kan ik moeilijk waardevol vinden.
Maar al waren ze gemaakt met een lichaam van heel volwassen mensen, dan nogg zouden ze geestelijk heel veel hebben moeten leren – ze begonne pas te leven en te denken en kenden God nog maar een beetje. Vandaar dat God nog geen zware beproevingen kon toelaten, dat zou niet verstandig zijn en al snel te moeilijk. De moeilijkheidsgraag zou wel gaan groeien, denk ik. Maar dat is een veronderstelling van mij natuurlijk – we weten het niet precies hoe God het van plan was.
6. Je gaat ervan uit dat God groot is – en wie zou dat willen bestrijden? Maar jij gaat dat gegeven gebruiken om van allerlei ideeën van jou te gaan zeggen, dat het zo wel zou hebben kunnen gaan. Ja, natuurlijk, wat allemaal niet zou kunnen. Maar wat hebben we aan allerlei fantasieën? Nogmaals – ik ervaar er niet of geen winst in. Het maakt me niets wijzer.
7. Uit het feit dat Adam uitriep ‘Eindelijk ….’ in Gen 2 leidt jij af dat het waarschijnlijk jaren geduurd heeft voordat God Eva maakte uit een rib van Adam. Mogelijk, maar is dat waarschijnlijk??? Ik betwijfel het minstens met net zo veel recht als jij het tegenovergestelde beweert. Genesis 2 geeft me geen aanleiding aan ‘jaren’ te denken. Het ‘Eindelijk’ zou immers ook wel passen na een dag zoeken of na een paar dagen.
Jij wilt zó graag bewijzen dat er al vele, vele jaren liggen vóór de zondeval, en dat brengt je tot allerlei ideeën, waartoe de eerste hoofdstukken van Genesis niet echt aanleiding geven.
8. Zouden Adam en Eva eerst geen kinderen mogen verwekken omdat ze er nog niet rijp voor waren? Leuk verzonnen, maar meer dan een verzinsel ook niet.
Zouden ze daarom ‘voorlopig’ niet van die boom van de kennis van goed en kwaad mogen eten en later zou dat dan wel mogen? Lijkt me eerlijk gezegd nogal gezocht. Ja, natuurlijk – ik weet het – je bouwt verder op de veronderstelling dat ze ongeveer 12 waren en onvolwassen, maar die veronderstelling was ook maar iets wat uit de lucht kwam. Zo bouw je verder op veronderstellingen en wordt het een heel erg wankel huis.
Volgens jou zou de vrucht van die boom in feite de seksualiteit op gang brengen. Jouw argument: na het eten merkten ze dat ze naakt waren. Ik denk dat je niet diep genoeg peilt wat er gebeurd was. Hoe Adam en Eva onbetrouwbaar handelden naar God en naar elkaar – en ineens ontdekten dat ze dus ook onbetrouwbaar waren voor elkaar – de liefde was dus niet meer allesbeheersend maar kon zomaar egocentrisch worden en dan ‘gebruik’ je de ander! Ja, dan is ook naakt zijn gevaarlijk. Je bloot geven kan immers door de ander misbruikt worden. Ineens werden ze bang voor elkaar en voor God. Dat is het gevolg van onbetrouwbaar handelen – je bewijst je onbetrouwbaarheid en bent egocentrisch geworden. Dat gaat even dieper en tekent de zonde veel meer in de kern. Dat lijkt me een passender uitleg in het geheel. Waarom zou jouw wat gekunstelde veronderstelling beter zijn?
9. Jouw gedachte over de levensboom is wel aardig: genezing in het paradijs nodig! Niet van zonden maar van ongeval en dergelijke. Wie weet.
Of Jezus zichzelf genas bij ziekte??? Gaf Hij zichzelf ook brood toen hij erge honger had? Hier vind ik je weer doorslaan door verliefdheid op eigen ideeën, waardoor je weer van alles veronderstelt. Maar nuttig?? Het overtuigt mij niet en ik wordt er ook niet echt wijzer van.
10. Vanuit de fossielen concludeer jij dat de tijd voor de zondeval waarschijnlijk heel lang heeft geduurd (je spreekt van miljoenen jaren). Ik weet het niet. Maar ik laat me door fossielen de wet niet lezen. Fossielen zijn feiten, maar hoe die feiten verklaard worden door ‘geleerden’ is een kwestie van theorieën en geloof in zogenaamd wetenschappelijke theorieën. Men veronderstelt daarin vaak zondermeer dat in alle eeuwen de verouderingsprocessen altijd even snel of traag zijn gegaan (maar wie was er al die eeuwen bij om dat te weten en ons dat precies te kunnen vertellen? Geen mens – alleen God). Ik ben benieuwd wat God zal zeggen straks tegen al die wetenschappers en tegen ons. … Ik ga niet zeggen: zó is het of zó moet het gegaan zijn. Lijkt me eigenlijk niet eens zo belangrijk. Voorlopig hou ik het gewoon maar op het begin van Genesis. En hoe het precies verliep – ach – dat hoor ik dan wel een keer. Maar ik denk dus dat het mogelijk is, dat het allemaal niet zo heel lang geduurd heeft. Tsja, ook dat kan ik niet bewijzen, want ik was er ook niet bij. Maar het omgekeerde is ook niet te bewijzen.
Nou Nico – ik hou het bij deze 10 punten – ik zou je hele stuk zo door kunnen gaan werken en overal commentaar bij geven. Maar dat is oeverloos, denk ik.
Je samenvatting aan het einde heb ik gelezen – als een soort totaaloverzicht, Daar zou ik soortgelijke opmerkingen bij kunnen plaatsen. Ik kom er niets verder mee en word er niet warm of enthousiast van.
Het spijt me voor je, maar je vind in mij geen medestander van jouw theorieën.
Overigens vond ik het leuk je zo door de telefoon te horen – ik herkende je ook direct, maar in dit stuk herken ik je ook. Je was altijd wat filosofisch en nadenkend en veronderstellend bezig met wat ‘wonderlijke’ gedachten. Wat dat betreft ben je nog ‘de oude Nico’.
Ik wens je Gods zegen toe op je verdere weg – met je gezondheid en ook bij je verdere studie.
Boeiend is het en blijft het om met vragen rondom de Bijbel bezig te zijn.
Maar het gaat er om of we de Heer er beter door leren kennen – dat is mijns inziens centraal.
Hartelijke groeten,
Ton de Ruiter.
Beste Ton,
Hartelijk dank voor je inlevende reactie.
Inderdaad, vroeger was ik al bezig met ‘wonderlijke’ gedachten.
Bij veel Bijbelteksten vroeg ik mij toen al af of de gangbare verklaringen wel klopten.
Want God is niet alleen wonderbaar, ook Zijn Woord is wonderbaarlijk gestructureerd.
Gods Woord is als een goudmijn. Wie delft, vindt niet snel een klompje goud. De delfstof moet
eerst allerlei bewerkingen ondergaan voordat het body en glans krijgt.
Aan de paradijsthese ben ik begonnen te werken in het Darwinjaar. Het jaar waarin bleek dat steeds meer christenen de klassieke kijk op Genesis inruilden voor iets anders. Andries Knevel deed dat op zijn manier. Maar ook Adrian Verbree vindt dat het letterlijk lezen van Genesis 1 en 2 niet meer mogelijk is. In WegWijs 8-2010 schreef hij: “Ik geloof dat God de wereld almachtig uit het niets geschapen heeft. Ik geloof niet dat Genesis 1 en 2 ons een letterlijk te nemen verslag van dit proces bieden. De tekst van deze hoofdstukken letterlijk nemen, leidt tot allerlei onzin”.
Deze tendens, om Genesis anders te gaan lezen, is mee ontstaan doordat velen de kerk verlieten omdat het begin van de Bijbel niet klopt met wat de wetenschap als onomstotelijk neerzet. Inmiddels kunnen veel theologen schepping en evolutie met elkaar combineren.
Met deze tendens heb ik grote moeite.
Mijn denken strookt meer met wat ds. Niemeijer in zijn boekje Wie heeft dit alles geschapen?
naar voren brengt. Een evolutieproces kan niet door God geïnitieerd zijn omdat het gepaard gaat met onnoemlijk veel nodeloos lijden. Een goede God zet zo’n proces niet in gang. Uitgesloten.
Maar wat dan?
Hoe is het fossielenarchief dan ontstaan?
Omdat ik geen keuze heb willen maken tussen jonge- en oudeaardecreationisten, ben ik een oud
idee van mij opnieuw gaan doordenken. Het idee dat je Adams leeftijd moet tellen vanaf de zondeval. Op mijn website onder Reactie 7 schrijf ik wat daartoe de aanleiding was.
Maar dit eenvoudige idee veroorzaakte een domino-effect. Veel andere teksten moesten daardoor
ook anders gelezen gaan worden.
Zo zijn nieuwe ideeën ontstaan.
Jij noemt ze nu ‘verzinsels’, bedacht door Nico Bakker.
Over de nodige argumentatie maak jij goede opmerkingen.
Nu is het zo dat ik ook niet over een nacht ijs ga.
Bij mijn ‘verzinsels’ heb ik allereerst proberen te achterhalen of er al iemand op een vergelijkbaar idee is gekomen. Want een al eerder afgewezen idee nieuw leven inblazen heeft meestal geen zin.
Zo verder redenerend heb ik de volgende criteria opgesteld:
- Het nieuwe idee moet meerwaarde hebben boven de gangbare.
- Het nieuwe idee mag met geen enkele Schrifttekst in strijd zijn.
- Het nieuwe idee moet Gods grootheid en Zijn heerlijkheid accentueren.
- Het nieuwe idee moet stoelen op het zo veel als mogelijk is letterlijk lezen van de Bijbel.
Je ziet dat ik forse criteria hanteer.
Maar desondanks kan ik op een dwaalspoor raken.
Daarom is elke kritiek van harte welkom.
Ik ga daarbij uit van 2 Timoteüs 3:16 en Romeinen 12:16.
Verder verlang ik echt niet dat iemand op mijn gezag in een van de aangereikte ideeën gaat geloven.
Ze zijn echt bedoeld als Bijbelstudie. Ik onderken weliswaar dat de Heilige Geest op elke gelovige is uitgestort, en dat Hij meestal zonder aanzien des persoons aan het werk is. Maar op basis daarvan
claim ik niets, hoewel ik wel tijdens deze studie Zijn aanwezigheid ervaar.
Uit jouw 10 opmerkingen blijkt wel dat jij vindt dat mijn ideeën geen winst opleveren. Je wordt er niet warm van, je vindt ze niet overtuigend en daarom niet echt behulpzaam voor een betere kijk op God, de Bijbel en de wetenschap.
Uit jouw taxatie mag ik afleiden dat mijn nieuwe ideeën niet voldoen aan het gestelde criteria a en c.
Ze hebben geen meerwaarde en Gods grootheid en Zijn heerlijkheid worden niet extra geaccentueerd.
Over de criteria b. en c. laat je je in jouw 10 opmerkingen indirect minder uit. Kennelijk zijn mijn ideeën niet strijdig met enige Schrifttekst noch doen ze enig geweld aan bij het letterlijk lezen van de Bijbel. Als deze conclusie juist is, dan is dat winst.
De these is opgezet als Bijbelstudie om o.a. eigen gangbare opvattingen te toetsen aan nieuwe ideeën. De nieuwe ideeën zijn daarbij soms extra uitvergroot om vragen op te roepen. Want alleen bij het inzoomen en uitzoomen kan het beeld scherp gesteld worden.
Bij het schrijven van de these ben ik erg terughoudend geweest in het aangeven van de meerwaarde.
Ik wilde dat aan de lezer zelf overlaten, want wie zelf iets goeds ontdekt, komt tot verwondering.
Met jouw 10 punten daag je mij uit om toch die meerwaarde ‘aan te tonen’.
Graag ga ik daar op in. Niet alleen om jou alsnog proberen te overtuigen, maar ook als een gedachteoefening voor mezelf om die meerwaarde te verwoorden.
Ik zal eerst op je 10 opmerkingen ingaan om je daarna uit te nodigen tot een verdere gedachtewisseling.
- Dat je de leeftijd van Adam begint te tellen vanaf de zondeval – prima. Maar dat je dáárdoor denkt, dat het mogelijk is dat de aarde al miljoenen (of meer) jaren bestaan heeft vóór de zondeval – tsja. Ik denk dat je hier weinig mensen in mee zult krijgen. De Bijbel geeft geen enkele aanleiding tot zo’n gedachte, maar wekt toch wel de indruk dat er niet echt jaren tussen schepping van Adam/Eva en zondeval heeft gezeten.
Juist die algemene indruk wil ik ter discussie stellen. Die indruk wordt gekoesterd door allen die denken dat de aarde niet ouder is dan 6.000 à 10.000 jaar. Wie zo denkt, zal in dit nieuwe idee geen meerwaarde ontdekken. Inmiddels zijn er steeds meer christenen die de ouderdom van de aarde in miljoenen, zelfs in miljarden jaren denken. Zij hebben allerlei denkbeelden ontwikkeld om dit in de Bijbel in te passen. De kadertheorie en vele andere zienswijzen. In hoofdstuk 13 heb ik de zienswijze van Gijs van de Brink, John Stott en Henk de Jong geargumenteerd verworpen omdat zij daarmee de letterlijke lezing van de Schrift geweld aan doen.
Het voordeel van mijn idee is dat je daar net zoveel jaar in kwijt kunt als je maar wilt.
Die tussenliggende tijd tussen schepping in zondeval kan 3 dagen geweest zijn, maar ook 3 weken, 3 maanden, 3 jaar, 3 miljoen jaar, 3 miljard jaar.
De Bijbel geeft daar géén uitsluitsel over. Het is onze eigen interpretatie. De een zal daar zuiniger in zijn dan de ander.
Mijn idee haalt dus de claim weg alsof de Bijbel zou zeggen dat de aarde niet ouder is dan 6.000 à 10.000 jaar, en bovendien blijft daarbij het letterlijk lezen van Genesis 1 in tact.
Stel eens dat jouw nieuwe auto na enkele dagen al veel mankementen krijgt, wat vind je daar dan van? Kijk je de fabrikant daarop aan? Denk vervolgens eens ik dat je buurman een auto heeft die na 15 jaar nog geen enkel mankement heeft vertoond. Wat vindt je dan van de fabrikant van die auto? Mijn idee is nu dat des te langer je de tijd veronderstelt tussen schepping en zondeval, des te meer Gods grootheid en Zijn heerlijkheid daaruit blijkt. Fantastisch toch?
Je weet dat velen de kerk verlaten vanwege o.a. de botsing tussen geloof en wetenschap. Met mijn idee wil ik die botsing wegnemen. Het vaststellen van de ouderdom van de aarde laat ik helemaal aan de wetenschap over, want er ligt geen claim.
Ook jij vindt mijn idee prima. Alleen, je hebt het niet over een mogelijke doorwerking. Ik hoop daarentegen dat vele kerkverlaters de kerk weer zullen opzoeken, zodra de botsing tussen geloof en wetenschap n.a.v. Genesis als achterhaald kan worden beschouwd. Zou dat niet geweldig zijn?
- Zouden Kaïn en Abel (e.a.) net zo een vrouw hebben gekregen als Adam? Leuk idee, maar meer dan een idee ook niet. Ik kan het tegendeel ook niet bewijzen, maar ach – is dit nu echt belangrijk?
Dit ‘leuke idee’ krijgt zijn glans bij vergelijking met de gangbare oplossingen. In het boek ‘Hoe bestaat het!’ van Don Batten, e.a. is een heel hoofdstuk aan dit vraagstuk gewijd. Hij beweert dat deze vraag een van de meest gestelde vragen is, zowel door gelovigen als ongelovigen. Ook op internet is veel over deze vraag te vinden.
Het probleem is dat in de Bijbel drie kinderen van Adam en Eva bij name genoemd worden, en dat daarna, in Genesis 5:3-5, eraan wordt toegevoegd dat Adam nog meerdere zonen en dochters verwekte. De Bijbel wekt zo de suggestie dat er geen andere kinderen waren op het moment dat Kaïn Abel doodde. Wie was dan toch de vrouw van Kaïn?
Voor dit probleem zijn diverse oplossingen aangedragen. Eén van de meest acceptabele is dat Adam en Eva ook ten tijde dat zij Kaïn en Abel ontvingen, meerder dochters hebben gekregen. Kaïn trouwde derhalve gewoon met zijn zus. Wie voor deze oplossing gaat, voegt iets toe aan de Bijbel. Ik stel vast dat voor de oplossing van dit probleem niemand eraan ontkomt om iets aan de Bijbel toe te voegen.
Met mijn idee voeg ik ook iets aan de Bijbel toe. Daarbij laat ik uitkomen dat God, ondanks de zondeval, ruimhartig doorgaat met Zijn plannen. Hij leert de eerste generatie mannen in afhankelijkheid van Hem te leven, en Hij schept de verschillende rassen. Is God niet geweldig dat Hij zoveel variatie aanbracht? Steekt mijn idee niet ‘ver’ uit boven alle andere aangedragen oplossingen?
- Jezus kon op water lopen en vissen (be)sturen (en stormen en …) – en dan zeg jij gewoon: DUS Adam kon dat ook! Argument: Hij is immers de 2e Adam. O, denk ik dan. Is dat dus hiermee bewezen?
Zo kan ik van alles beredeneren en verzinnen, maar ik denk dat je dan teveel op de loop gaat met je gedachten. Weer: een leuke en originele gedachtesprong, maar … serieus te nemen? Wie zal je hierin willen volgen? Dit is veel te makkelijk. Waarom moeten we dat geloven? Breng je niet te weinig in rekening dat Jezus gedoopt was met de Geest die Hem hemelse krachten beschikbaar stelde. Het is zeer de vraag of Adam die krachten ook al had als normale gaven. Adam had niet dezelfde taak als de 2e Adam – in ieder geval was zijn uitgangspositie anders.
We belijden dat Jezus echt mens is geworden, uitgenomen de zonde. Tegelijk bleef Jezus God de Zoon. Wonderlijk! Over de drie-eenheid nadenken is al iets wat ons verstand te boven gaat, over de twee naturen van Jezus Christus nadenken is zeker zo lastig. Maar ja, ik ben de paradijsthese gestart met de lof op Gods grootheid, waarvan heel Zijn schepping getuigt. Adam was de kroon op die schepping. Gewoon fantastisch. Volmaakt! Temminste vóór de zondeval.
Hoe zag die Adam er toen uit?
Om dit uit te tekenen heb ik hem vergeleken met Jezus, de mens zonder zonde. Daarbij heb ik verondersteld dat Jezus met dezelfde scheppingsgaven was getooid als de eerste Adam. Dit heb ik inderdaad niet beargumenteerd, mee omdat ik de eerste hoofdstukken heel bondig wilde houden en niet te veel aandacht wilde geven aan een afgeleid probleem.
Maar nu je er zo naar vraagt, wil ik die gedachtesprong graag toelichten.
Laat ik beginnen met een citaat van IZB-studiesecretaris Wim Dekker:
“Ik preekte over de verzoeking van Jezus in de woestijn, met na afloop een preekbespreking. Ik had veel nadruk gelegd op de realiteit van de verzoekingen: het was echt erop of eronder, zei ik, een van de spannendste momenten in de wereldgeschiedenis. Tijdens de preekbespreking moest ik echter de grootste moeite doen dit staande te houden. Ik liep tegen een soort rationalistische muur op. Jezus was God, Jezus kon niet vallen. Elke gedachte dat het heel spannend was, drong niet door. De gemeente was zeker niet ultra-orthodox, ik zou eerder zeggen: evangelisch-orthodox. Juist in dit klimaat heerst echter soms een nieuw rationalisme. Er is een soort vastgestelde leer, waarin het christelijk geloof is samengevat. Daarin passen geen ingewikkelde dingen als de mogelijkheid dat Jezus gevallen zou zijn voor de verzoekingen van de satan.”
Met dit citaat wil ik aangeven dat het gevaarlijk is om van Jezus minder mens en méér God te maken. Want zo’n ‘goddelijke’ Jezus kan dan de klus gemakkelijk klaren. Alle verwondering ebt dan weg.
Mee daardoor hecht ik aan de link tussen de eerste en de tweede Adam. Adam, niet een mens zoals ik en jij, maar een mens getooid met ‘volmaakte’ scheppingsgaven. Vandaar dat Jezus veel wonderen kon verrichten.
Dit idee over scheppingsgaven ben ik tegengekomen tijdens een studie over ziekenzalving en gebedsgenezing. Dus gedeeltelijk heb ik het van anderen.
Het idee dat de Heilige Geest aan Jezus hemelse krachten ter beschikking stelde, mag zeker meegewogen worden. Alleen Jezus zegt wél tegen zijn discipelen dat voor wie gelooft eigenlijk niets onmogelijk is. (Matteüs 17:20) Ik denk dan ook dat in samenspraak tussen de Vader, Zoon en Heilige Geest aan Jezus geen grotere hemelse krachten ter beschikking gesteld zijn dan waarop de eerste Adam aanspraak mocht maken. Want anders zou dit een heel ander licht werpen op de door Jezus doorstane verzoekingen in de woestijn en op Zijn lijden aan het kruis.
- Dat Adam en Eva nog veel moesten leren (geestelijk volwassen worden) lijkt me zeer zeker juist. Als je dan bekijkt wat de eerste beproeving was (wel of niet eten van die boom), dan moeten we eerlijk zeggen dat het in feite een heel simpele beproeving was. Helemaal niet ingewikkeld. Het was ook slechts een eerste stap op de mogelijke weg naar volwassenheid – maar toen faalden ze al.
Het lijkt me niet nodig te veronderstellen dat ze eerst naar volwassenheid moesten groeien om dan pas beproefd te (kunnen) worden. Weer een veronderstelling die je zomaar stelt, maar die eigenlijk in strijd is met het feit dat ze al beproefd werden door een verleiding.
Als een kind iets steelt dan is het minder erg dan als een volwassene dat doet. Een kind is immers minder toerekeningsvatbaar.
Ook al is het wel of niet eten van die boom een simpele beproeving, de straf daarop moest hij wel enigszins hebben kunnen inschatten. Adam moest wel eerst leren inzien hoe ernstig het vergrijp was om enigszins te kunnen bevroeden wat de consequenties zouden zijn. Pas daarna ben je geheel toerekeningsvatbaar. Of niet?
- Dat in Adam eerst mannelijk en vrouwelijk in één persoon waren, lijkt me goed mogelijk – en dat later het vrouwelijk deel afgescheiden is tot een zelfstandig persoon: een vrouw.
Of er toen DUS nog geen seksuele gevoelens waren? Jij veronderstelt het – maar je argumentatie lijkt me niet overtuigend.
Ook zouden Adam (en Eva) als 12-jarigen zijn – waarom? Jouw argument lijkt te zijn: omdat Jezus als 12-jarige naar de tempel ging, naar het huis van zijn vader. Sorry, maar zo redeneren en argumenteren kan ik moeilijk waardevol vinden.
(Maar afgezien van de ‘rare’ manier van redeneren - bedenk ik ook, dat in Israël een 12-jarige een zoon der wet werd – zelfstandig en vanaf die tijd verantwoordelijk voor zijn eigen daden [dus volwassen]. Daarmee zou jouw stelling van onvolwassenheid al weer ondersteboven liggen).Maar al waren ze gemaakt met een lichaam van heel volwassen mensen, dan nog zouden ze geestelijk heel veel hebben moeten leren – ze begonnen pas te leven en te denken en kenden God nog maar een beetje. Vandaar dat God nog geen zware beproevingen kon toelaten, dat zou niet verstandig zijn en al snel te moeilijk. De moeilijkheidsgraag zou wel gaan groeien, denk ik. Maar dat is een veronderstelling van mij natuurlijk – we weten het niet precies hoe God het van plan was.
Ik veronderstel dat God Adam en Eva zowel een kindertijd als een verlovingstijd heeft gegund. Ik denk dat elke ouder dat voor zijn kind wenst. Ik kan mij moeilijk indenken dat er ouders zijn die hopen dat hun kind binnen één week volwassen is en het huwelijksbootje instapt. Het is even gechargeerd, maar toch is dat het beeld wat gemaakt wordt van het begin van Genesis. God zou volwassen mensen hebben geschapen die rijp waren om de kinderzegen te ontvangen. Adam en Eva zouden direct lustgevoelens voor elkaar hebben gevoeld. Dit omdat God al in Genesis 1 tegen hen gezegd had: wees vruchtbaar en vermenigvuldigt u!
Het is een kwestie van exegese.
Gereformeerde exegese poneert dat we het Oude Testament pas goed kunnen lezen bij het licht van het Nieuwe Testament. Gods openbaring gaat telkens verder, en die verdere openbaring kleurt alles wat daarvoor geschreven is.
Zo denk ik dat we Genesis 1 vanuit Genesis 2 moeten lezen. Ik zie dan dat God rustig Zijn plannen verder uitbouwt.
Ik ontdek twee verhaallijnen. Genesis 2:4b-7 geeft een terugblik op de zesde dag toen God de mens schiep. Bij Genesis 2:19 start de tweede verhaallijn die eveneens teruggaat op de zesde dag toen God alle dieren schiep. Die beide verhaallijnen lopen door en gaan elkaar raken.
Eerst zien we dat God de tuin van Eden aanlegt en de mens erin plaatst.
God laat allerlei bomen opschieten.
Ik vermoed dat de groei van deze bomen dagen zo niet vele jaren heeft geduurd.
Intussen gaat God dagelijks om met de mens.
Op een gegeven moment gebiedt Hij de mens dat hij van alle bomen mag eten, maar niet van de boom van de kennis van goed en kwaad.
Pas na deze episode denkt de HEER: Het is niet goed dat de mens alleen is, Ik zal een helper voor hem maken die bij hem past. Daarna volgt de tweede verhaallijn.
God geeft de mens de opdracht om alle dieren die Hij op de zesde dag geschapen heeft, een naam te geven. God brengt al die dieren bij de mens.
Ik veronderstel dat de mens een rondje over de aarde heeft gemaakt waarbij God alle dieren successievelijk tot hem bracht. Nachtdieren kropen uit hun holen en vogels landden voor de voeten van de mens. De mens observeerde de dieren een voor een, en gaf elk dier een passende naam. De pinguïns, de giraffes, de vleermuizen, ieder een eigen naam. God leidt zo de mens door Zijn schepping en laat mee daardoor bij die mens het gevoel rijpen dat hij alleen is. Het lijkt mij dat dit wel een proces van maanden, zo niet van jaren moet zijn geweest. Want nadat God uit een rib van de mens een vrouw heeft gebouwd, roept hij bij het wakker worden uit: Eindelijk …
Kennelijk heeft de mens lang op een vrouw moeten wachten!
Ik denk dat ieder die onbevangen Genesis 2 leest zich in het bovenstaande verhaal zal kunnen vinden. Alleen, hoe zit het dan met Genesis 1?
Teruglezend vanuit Genesis 2 heeft God eerst één mens geschapen als een twee-eenheid, die Hij op een later moment scheidde. Vanaf het begin heeft God in het mannelijke en vrouwelijk voorzien, maar Hij heeft bewust een start gemaakt met één mens.
Die ene mens verneemt direct Gods intenties die voor hem, en later voor hen samen, en nog later voor alle generaties na hen bedoeld waren. God proclameert en zegent vanaf het prilste begin, en laat dit al op die zesde dag aan die ene mens weten.
Deze wijze van exegese, dat je vanuit een latere profetie de eerdere inkleurt, wordt veelvuldig gehanteerd. Als Jezus zegt dat Hij spoedig terugkomt, weten we vanuit andere openbaringen dat we dat genuanceerd moeten inkleuren.
Als Abraham hoort dat hij een enorm nageslacht zal ontvangen, dan weten we dat hij eerst een lange les heeft moeten leren. God gaat zo Zijn eigen gang, en daarop mogen wij leren vertrouwen. Zijn beloften komen uit.
Ook de belofte aan die ene mens, die op de zesde dag geschapen werd. In die belofte mag de hele mensheid delen.
Daarom staat die belofte prominent vooraan en is deze al op de eerste dag uitgesproken.
Die ene mens zal zich toen op de zesde dag wellicht direct hebben afgevraagd hoe en wanneer dit zou gaan gebeuren.
Vanaf de eerste dag moet de mens in vertrouwen en in verwachting leren leven.
Verder stel je een vraag over de seksuele gevoelens tussen Adam en Eva. Voor mijn argumentatie, zie verder onder opmerking 8.
- Je gaat ervan uit dat God groot is – en wie zou dat willen bestrijden? Maar jij gaat dat gegeven gebruiken om van allerlei ideeën van jou te gaan zeggen, dat het zo wel zou hebben kunnen gaan. Ja, natuurlijk, wat allemaal niet zou kunnen. Maar wat hebben we aan allerlei fantasieën? Nogmaals – ik ervaar er niet of geen winst in. Het maakt me niets wijzer.
Vroeger kon je enige enthousiasme opbrengen voor de ideeën van Rehwinkel. Ik las dat hij pas zijn boek heeft geschreven nadat hij over het onderwerp heel veel lezingen had gehouden. De discussies tijdens die lezingen scherpte zijn ideeën, zodat hij een robuust verhaal heeft kunnen neerzetten.
Mijn nieuwe ideeën heb ik nog met weinig anderen kunnen bediscussiëren. Voor die zeker nodige discussie heb ik nu internet uitgezocht, en ik hoop op veel reacties. Jouw inbreng waardeer ik zeer. Het stimuleert mij mijn ‘gedachtespinsels’ verder te onderbouwen.
Inderdaad, ik wil God groot maken. Ik veronderstel enkele wonderen. Ik veronderstel dat God enkele malen op een bovennatuurlijke manier heeft ingegrepen, en dat Hij deze ingrepen niet in de Bijbel heeft laten vastleggen.
Deze veronderstelling is zeker moeilijk te beargumenteren.
Het grote voordeel van deze veronderstellingen is echter evident: ik laat de Bijbel helemaal in tact en blijf de teksten zoveel mogelijk letterlijk lezen.
Maar ja, het veronderstellen van wonderen heeft iets ‘wonderlijks’.
Ik ontdek soms bij mijzelf een ambivalente houding als het om wonderen gaat. Waarom heeft Jezus in Bethesda slechts één zieke genezen en niet allen? Waarom wél Lazarus opwekken en niet een dozijn anderen?
Wonderen choqueren. Zelfs de wonderen die Jezus deed. Soms moet je jezelf herpakken om er enthousiast over te worden.
Ik kan mij dus goed indenken dat jij niet enthousiast wordt over de door mij veronderstelde wonderen. Maar wat is het alternatief?
Maakt de kadertheorie jou enthousiast of zie je dat ook enkel als fantasie?
Maken de ideeën van het Intelligent Design jou enthousiast of zijn dat voor jou ook slechts fantasieën?
Hoe kijk jij aan tegen het theïstisch evolutionisme? Ook allemaal fantasie?
Maar ja, het eigen idee maakt je doorgaans niet sterker door andere ideeën af te branden.
Met het veronderstellen van een wonder voeg ik iets toe aan de Bijbel.
Iets wat weliswaar in lijn ligt en andere teksten geen geweld aan doet.
Maar kan dat? Dat is de vraag die ik aan mijzelf gesteld heb.
Ik ben de Bijbel gaan zien als een literaire hoogstaand geschrift met leerstof en geschiedbeschrijving. Bij een literair verhaal laat je veel aan de lezers zelf over. Doelbewust zijn daarin open einden opgenomen. In het leerdeel bevat de stof ook doelbewust hiaten om door de lezer ingevuld te kunnen worden. Het geschiedenisdeel toont eveneens veel lacunes.
Ook hier is doelbewust iets weggelaten om zo alles wat van belang is te accentueren en om de lezer aan het werk te zetten. De Bijbel is een werkboek, waarin we meermalen worden opgeroepen om ons verstand te gebruiken. De Bijbel zet de lezer daartoe aan, omdat elk hiaat vragen oproept. Zo dwingt de Bijbel ons tot studie.
Fantastisch toch! Want als de Bijbel overduidelijk was geredigeerd, dan hadden we geen theologen meer nodig gehad. Dan was alles klip en klaar. De Heilige Geest heeft ons een werkboek gegeven, dat alleen te vatten is als we Zijn hulp daarbij inschakelen.
Nu wil ik niet direct poneren dat de Heiige Geest mij deze nieuwe ideeën heeft ingegeven. Maar wel erken ik dat ook de Heilige Geest in mij werkzaam is. Hij laat mij o.a. Romeinen 12 zien, dat je je gaven moet gebruiken. Dat dringt mij ertoe om met deze ‘eenvoudige oplossingen’ te komen om na te gaan of deze meerwaarde hebben.
- Uit het feit dat Adam uitriep ‘Eindelijk ….’ in Gen 2 leid jij af dat het waarschijnlijk jaren geduurd heeft voordat God Eva maakte uit een rib van Adam. Mogelijk, maar is dat waarschijnlijk??? Ik betwijfel het minstens met net zo veel recht als jij het tegenovergestelde beweert. Genesis 2 geeft me geen aanleiding aan ‘jaren’ te denken. Het ‘Eindelijk’ zou immers ook wel passen na een dag zoeken of na een paar dagen.
Jij wilt zó graag bewijzen dat er al vele, vele jaren liggen vóór de zondeval, en dat brengt je tot allerlei ideeën, waartoe de eerste hoofdstukken van Genesis niet echt aanleiding geven. NB: En zelfs al zou je gelijk hebben met de gedachte aan vele jaren – wat ik niet geloof – dan vond God het blijkbaar niet nodig daar ook maar iets van te vertellen of een aanwijzing te geven. Blijkbaar niet zo belangrijk.
Op dit moment leven er naar schatting 1 à 2 miljoen diersoorten. Inmiddels zijn er diersoorten uitgestorven, maar er worden ook telkens nog nieuwe diersoorten gevonden. Gezien deze gegevens veronderstel ik dat God meer dan 2 miljoen diersoorten heeft geschapen. In Genesis 2:20 lezen we: De mens gaf namen aan al het vee, aan alle vogels en alle wilde dieren.
Ik veronderstel even dat God alle dieren in hun eigen leefomgeving geschapen heeft: een pinguïn tussen de ijsschotsen, de paradijsvogel in een tropisch woud.
Verder veronderstel ik dat voordat je een dier een naam kan geven, deze moet observeren om zijn karakter te leren kennen; pas dan lukt het om een passende naam te kiezen.
Verder lees ik dat God alle dieren bij de mens bracht. Dit interpreteer ik zo dat God wilde dat de mens geen enkel dier over het hoofd zou zien. Terwijl de mens een bezoek bracht aan alle verschillende leefgebieden, bracht God de daar levende dieren tot de mens. Het konijn kwam uit zijn hol en de vleermuis liet zich midden op de dag zien.
Onze God is een God van perfectie. Elk dier is een wonder op zichzelf, zodat God elk dier een naam gunde. De mens mocht dat doen. De mens kreeg daar alle tijd voor, want zoiets belangrijks moest uiteraard goed gebeuren.
Een dergelijke naamgeving is een hele klus. In hoeveel dagen, denk jij, dat de mens dit gedaan heeft?
Die naamgeving van dieren is een kleine aanwijzing voor ‘waarschijnlijk’ iets groots.
Want zo immers gaat God vaak te werk. Voor de leer van de drie-eenheid reikt Hij enkele spaarzame teksten aan. Het feit dat Jezus echt Gods Zoon is, valt aan Jehovagetuigen moeilijk aan de hand van Bijbelteksten uit te leggen. Voor de grond onder de kinderdoop zijn slecht summiere aanwijzingen beschikbaar. God duidt kennelijk belangrijke zaken vaak heel summier aan.
Dit niet, omdat ze niet belangrijk zijn, maar omdat we er mee bezig zullen blijven. De Heilige Geest werkt zodra wij biddend studeren. Juist een kleine aanwijzing kan zo tot iets groots leiden en iets belangrijks onthullen. Kleine aanwijzingen kunnen zo belangrijk worden dat zij doorslaggevend kunnen worden bij de vorming van een totaalvisie.
- Zouden Adam en Eva eerst geen kinderen mogen verwekken omdat ze er nog niet rijp voor waren? Leuk verzonnen, maar meer dan een verzinsel ook niet.
Zouden ze daarom ‘voorlopig’ niet van die boom van de kennis van goed en kwaad mogen eten en later zou dat dan wel mogen? Lijkt me eerlijk gezegd nogal gezocht. Ja, natuurlijk – ik weet het – je bouwt verder op de veronderstelling dat ze ongeveer 12 waren en onvolwassen, maar die veronderstelling was ook maar iets wat uit de lucht kwam. Zo bouw je verder op veronderstellingen en wordt het een heel erg wankel huis.
Volgens jou zou de vrucht van die boom in feite de seksualiteit op gang brengen. Jouw argument: na het eten merkten ze dat ze naakt waren. Ik denk dat je niet diep genoeg peilt wat er gebeurd was. Hoe Adam en Eva onbetrouwbaar handelden naar God en naar elkaar – en ineens ontdekten dat ze dus ook onbetrouwbaar waren voor elkaar – de liefde was dus niet meer allesbeheersend maar kon zomaar egocentrisch worden en dan ‘gebruik’ je de ander! Ja, dan is ook naakt zijn gevaarlijk. Je bloot geven kan immers door de ander misbruikt worden. Ineens werden ze bang voor elkaar en voor God. Dat is het gevolg van onbetrouwbaar handelen – je bewijst je onbetrouwbaarheid en bent egocentrisch geworden. Dat gaat even dieper en tekent de zonde veel meer in de kern. Dat lijkt me een passender uitleg in het geheel. Waarom zou jouw wat gekunstelde veronderstelling beter zijn?Over de boom van de kennis van goed en kwaad. Waarom die boom en dat verbod? Het lijkt me aannemelijker dat God zo de eerste beginselen van goed en kwaad aan Adam en Eva wilde leren. Goed is doen wat God zegt en kwaad is niet luisteren en doen. Geloven blijkt immers in gehoorzamen – dat is ook in latere tijd zo en ook vandaag. Geloven is ervan uitgaan dat God alles aan ons geeft wat we nodig hebben en dat we niets tekort komen (ook al lijkt dat wel eens zo). Geloven is vertrouwen.De kern van dit idee heb ik van ds. R.D. Anderson. Hij heeft een studie over de boom van kennis van goed en kwaad gemaakt, die op internet te vinden is.
Op mijn website, bij Reactie 7, heb ik naar deze studie verwezen en eruit geciteerd.
Die reactie 7 past precies bij de hier bovenstaande opmerkingen. Vandaar dat ik nu volsta met een verwijzing naar die reactie (slechts 3 pagina’s).
- Jouw gedachte over de levensboom is wel aardig: genezing in het paradijs nodig! Niet van zonden maar van ongeval en dergelijke. Wie weet.
Of Jezus zichzelf genas bij ziekte??? Gaf Hij zichzelf ook brood toen hij erge honger had? Hier vind ik je weer doorslaan door verliefdheid op eigen ideeën, waardoor je weer van alles veronderstelt. Maar nuttig?? Het overtuigt mij niet en ik wordt er ook niet echt wijzer van. Dit sluit aan op jouw opmerkingen in punt 3. Jezus Christus is 100% mens, en 100% God.
Het is een mysterie, omdat niemand is in staat om exact aan te geven waar het menselijke eindigt en het goddelijke begint.
In hoofdstuk 4 heb ik de eerste Adam ‘opgehemeld’, om duidelijk te maken dat hij volledig toerekeningsvatbaar was. Daarom heb ik de eerste Adam vergeleken met de tweede Adam.
De eerste Adam kon zondigen, de tweede ook.
Dus in geestelijk opzicht waren ze beiden kwetsbaar.
Ik veronderstelde dat de eerste Adam niet alleen geestelijk, maar ook lichamelijk kwetsbaar is geweest. Dit, hoewel hij het eeuwige leven voor zich had. Maar de eerste Adam beschikte zowel over scheppingsgaven als over de levensboom, en vond daardoor altijd genezing. Hij bleef, ondanks zijn kwetsbaarheid, uitzicht houden op het eeuwige leven.
Jezus leefde in een situatie waarin geen levensboom voorhanden was. Hierdoor gaat de één op één vergelijkingen tussen de eerste en de tweede Adam niet geheel op.
Maar ja, Jezus was in geestelijk opzicht een kwetsbaar mens. Hij kon zondigen. De verzoekingen in de woestijn waren een reële bedreiging.
Om het beeld nog scherper te krijgen, vroeg ik mij af of Jezus immuun was voor ziekte?
Om de vergelijking tussen de eerste en de tweede Adam door te trekken, veronderstelde ik dat Jezus inderdaad ziek kon worden. Maar, in dat geval kon Hij Zichzelf genezen. Hij beschikte weliswaar niet over de levensboom, maar wel over scheppingsgaven. Bovendien had Hij een directe band met Zijn Vader. Daardoor, denk ik, waren de uitgangsposities tussen de eerste en de tweede Adam gelijk.
Met deze redenatie wil ik enerzijds voorkomen dat we van Jezus een ‘supermens’ maken en anderzijds dat we van Adam een ‘zielige man‘ maken die te verontschuldigen zou zijn.
Vervolgens vraag je: Gaf Hij Zichzelf ook brood toen hij erge honger had?
Die vraag heb ik min of meer voorzien. Daarover schreef ik in hoofdstuk 4 het volgende:“Tijdens de verzoekingen in de woestijn kreeg Hij echt honger en dorst.Ik denk overigens wel dat Jezus bij de twee wonderbaarlijke spijzigingen gewoon meegegeten zal hebben.
Met één machtswoord zou Hij midden in de woestijn een uitgebreid diner voor Zichzelf kunnen klaarmaken. Maar juist dat deed Hij niet. Dat zou niet passen in de opdracht die Hij had te vervullen.”
- Vanuit de fossielen concludeer jij dat de tijd voor de zondeval waarschijnlijk heel lang heeft geduurd (je spreekt van miljoenen jaren). Ik weet het niet. Maar ik laat me door fossielen de wet niet lezen. Fossielen zijn feiten, maar hoe die feiten verklaard worden door ‘geleerden’ is een kwestie van theorieën en geloof in zogenaamd wetenschappelijke theorieën. Men veronderstelt daarin vaak zondermeer dat in alle eeuwen de verouderingsprocessen altijd even snel of traag zijn gegaan (maar wie was er al die eeuwen bij om dat te weten en ons dat precies te kunnen vertellen? Geen mens – alleen God). Ik ben benieuwd wat God zal zeggen straks tegen al die wetenschappers en tegen ons. … Ik ga niet zeggen: zó is het of zó moet het gegaan zijn. Lijkt me eigenlijk niet eens zo belangrijk. Voorlopig hou ik het gewoon maar op het begin van Genesis. En hoe het precies verliep – ach – dat hoor ik dan wel een keer. Maar ik denk dus dat het mogelijk is, dat het allemaal niet zo heel lang geduurd heeft. Tsja, ook dat kan ik niet bewijzen, want ik was er ook niet bij. Maar het omgekeerde is ook niet te bewijzen.
Velen denken dat de aarde miljoenen jaren zo niet miljarden bestaat. De stelligheid waarmee diverse theorieën en uitkomsten gepresenteerd worden, vergroot bij mij de scepsis. Mee omdat diverse theorieën elkaar tegenspreken.
Als niet-wetenschapper kan ik al die theorieën ook niet op hun waarde beoordelen. Alleen ik zie wel de trend dat ook veel christenen de ouderdom van de aarde steeds hoger inschatten.
Vandaar ook al die pogingen om geloof en wetenschap met elkaar in overeenstemming te brengen. Immers, de kloof tussen geloof en wetenschap roept bij velen twijfel op. Is Genesis betrouwbaar, of begint het Woord van God met een literaire schets?
Als ik je goed begrijp, vind je deze kwestie niet zo belangrijk. Je schrijft nogal laconiek: dat hoor ik dan wel een keer. Ondertussen is het voor velen een breekpunt, waardoor ze de kerk verlaten.
Het idee, om Adams leeftijd te gaan tellen vanaf de zondeval, neemt in elk geval de claim weg alsof de aarde slechts 6.000 à 10.000 jaar oud zou zijn. Het laat ieder vrij in zijn denken over de ouderdom van de aarde.
De tijd tussen schepping en zondeval kan kort en lang zijn. Alleen, ik denk, dat hoe langer je die tijd inschat hoe meer Gods grootheid daarin gaat schitteren.
Ik heb jouw boek gekocht en de eerste twee hoofdstukken gelezen. Daaruit distilleer ik dat wij iets gemeenschappelijks hebben:
- jouw kijk over verzoening gaat in tegen een eeuwenlange traditie; veel van mijn ideeën gaan eveneens in tegen een exegetische praktijk van eeuwen.
- Jij voelt een missionaire drang om je kijk op de verzoening naar voren te brengen; ik voel de noodzaak om nieuwe ideeën in te brengen om te kijken of ze valide zijn.
- Gezien de commentaren op jouw boek ontvang je weinig begrip; tot nu toe is er nog niemand geweest die zich diepgaand in al mijn ideeën heeft verdiept en ze van een louterend commentaar heeft voorzien.
Jouw reactie waardeer ik zeer; de meest wezenlijke punten uit deel 3 roer je echter niet aan. Het idee dat het paradijs in de derde hemel in veiligheid is gebracht, waardoor het lezen van de laatste hoofdstukken van Openbaring zich echt als een fantastische werkelijkheid openbaart. Die laatste hoofdstukken laten zich dan letterlijk lezen.
Vanuit die exegese heb ik de vraag over ‘de zin van het lijden’ beantwoord. Dit is één van de meest wezenlijke vragen die onder mensen leeft. Vandaar dat ik, voordat ik zelf een antwoord geef, mij heb geconfronteerd met Stefan Paas en Dinesh D’Souza. Hun verhalen zijn met een link op mijn website te vinden, bij subhoofstuk 19.10.
In dit antwoord, in subhoofdstuk 19.10, schrijf ik ook zijdelings iets over verzoening. Ik hoop dat je erop wilt reageren.
Ik zal ondertussen je boek bestuderen. Wellicht kan er zo meer wederzijds begrip ontstaan voor ideeën waar eeuwenlang geen oog voor is geweest.
Ook mijn ervaring is het dat het boeiend is en blijft om met vragen rondom de Bijbel bezig te zijn.
Laten we die exegese zoeken waarbij Gods heerlijkheid het meest spreekt.
Met hartelijke groet,
Nico Bakker
Beste Ton,
Ik heb je boek met toenemende interesse gelezen.
Voor je grondige aanpak heb ik grote waardering, mee omdat je je openstelt voor weerlegging van jouw andere kijk op verzoening.
De door jouw gekozen uitgangspunten komen grotendeels overeen met de exegetische methodes die in de gereformeerde wereld gehanteerd worden. Gods Woord is heilig en allesbepalend. Belijdenisgeschriften zijn daarentegen minder beslissend. Zelfs de opstellers hielden de mogelijkheid open dat later wellicht aanpassingen nodig zouden zijn.
Je vergelijkt Schrift met Schrift, en probeert zo tot een goede exegese te komen.
Daarbij schroom je niet om een mysterie diepgaand te analyseren.
Alle theologen, die jij in hoofdstuk 1.3 aanhaalt, hebben het mysterie ‘Verzoening door voldoening’ als mysterie laten staan.
Jij neemt daar geen genoegen mee.
Het is weliswaar een kernpunt uit de geloofsleer.
Maar jij analyseert verder, omdat je denkt dat God geen mysterie kiest als basis voor ons geloof.
Gedeeltelijk kan ik je daarin volgen.
Maar mysteries blijven er altijd: denk aan de graankorrel die eerst de grond in moet voordat deze kan uitgroeien tot een aar; denk aan het deeg dat tot een brood gebakken kan worden; denk aan geperste druiven die tot een heerlijke wijn verwerkt kunnen worden.
Aan het mysterie ‘Verzoening door voldoening’ zitten veel kanten die volgens mij (in zoverre ik het heb kunnen nagaan) onderbelicht zijn.
Ook ik analyseer graag verder.
Alleen wel op een ander manier dan jij.
Want volgens mij hanteer jij een foute leessleutel. Jij wilt de Bijbel enkel van vóór naar achteren lezen. Daarbij probeer je onbevangen het Oude Testament te lezen, zonder gebruikmaking van de inzichten die het Nieuwe Testament aanreiken.
Dat is echt een onbegaanbare weg. Generaties Joden hebben het Oude Testament bestudeerd en hebben daarin geen Messias kunnen ontdekken zoals deze in het Nieuwe Testament uitgetekend is.
Alle rabbijnen verwachten nog steeds een Messias, maar zeker géén Messias die als Zoon van God Zijn leven komt opofferen. Rabbijnen verwachten een Vredevorst, Iemand die de wereldvrede komt herstellen. Méér halen ze niet uit het Oude Testament.
En eerlijk is eerlijk, misschien moeten we wél concluderen dat – als we aan de oppervlakte blijven – er ook niets meer in het Oude Testament staat dan dat. Zonder het licht van het Nieuwe Testament blijven veel zaken in het Oude Testament duister. De diepere lagen ontgaan ons dan.
Deze leessleutel is essentieel. Jezus opende voor de Emmaüsgangers de Bijbel en liet hen zien dat Hij moest lijden. Jammer is het, dat dit heldere onderwijs van Jezus niet woordelijk in de Schrift is terecht gekomen. Maar het overtuigde wel.
Kennelijk heeft de Heilige Geest het niet nodig gevonden om Jezus woorden aan de Emmaüsgangers op Schrift te zetten. Wij mogen die exercitie zelf doen. Maar dan wel vanuit Jezus’ opstanding het Oude Testament opnieuw lezen.
Naar mijn idee heeft verzoening een bredere betekenis dan ik bij jou tegenkom.
Ik denk namelijk dat verzoening het hele vernieuwingsproces omvat waarbij we uiteindelijk God weer van aangezicht tot aangezicht zullen ontmoeten. De oude situatie in het paradijs zal op een hoger en beter niveau worden hersteld. Gods werk kent voortdurende vooruitgang.
De basis voor de verzoening heeft Christus bewerkt: rechtvaardiging zet aan tot heiliging, en deze beide bereiken hun voltooiing na de jongste dag. Dan zal Jezus alle macht teruggeven aan Zijn Vader. (1 Korintiërs 15:28).
Om het mysterie ‘verzoening door voldoening’ enigszins te kunnen analyseren moeten we diverse stappen doen. Het is te groots om alles in één beeld te vangen.
1. Duiding van Gods straf na de zondeval
2. Goede Vrijdag: ondanks het vreselijke lijden toch de mooiste dag in Jezus’ leven
3. Het Kruis: symbool voor Christus’ Goddelijkheid en Zijn menselijkheid
4. Satan is slechts een figurant.
1. Duiding van Gods straf na de zondeval
Al het lijden en de dood hangen samen met de vloek die de mens over zichzelf heeft afgeroepen.
In Genesis 3:14-19 vernemen we Gods reactie op de zondeval.
God vervloekt onder andere de aarde.
Is deze reactie niet buitenproportioneel?
De mens eet enkel van een verboden vrucht, en dan dit!
Om deze straf te duiden wil ik eerst iets zeggen over een reactie van een vader in een alledaags verhaal:
Op een gegeven moment ziet de vader dat zijn jongste zoon toch binnen speelt met die auto.
Hij pak die auto op en gooit deze dwars door de ruit naar buiten. Ruit kapot, auto kapot.
Even later geeft vader zijn oudste zoon van 21 de opdracht de ruit en de auto eerst provisorisch en daarna definitief te maken. Vader kent die oudste zoon door en door, en hij weet dat deze graag een dergelijk klusje doet. Vader wil wèl dat alles weer goed komt. De relatie met zijn jongste zoon, maar ook de ruit en de auto moeten worden hersteld.
Is de reactie van deze vader buitenproportioneel?
Welke vader zal zo reageren?
Ik verwacht dat bijna iedereen deze reactie wel buitenproportioneel zal vinden.
Een standje was toch wel voldoende geweest!
Maar ja, kennelijk voelde deze vader zich niet serieus genomen. Hij voelde zich gekwetst.
Hij stelde een daad.
Door de auto door de ruit te gooien communiceerde hij dat het niet luisteren veel erger is dan een kapotte ruit en een kapotte auto.
Vader handelt pedagogisch. Hij demonstreert hoe ernstig het is om niet te luisteren, en hij hoopt dat van zijn handelen een preventieve werking zal uitgaan.
Verder zet hij zijn oudste zoon aan het werk. Hij realiseert zich dat de jongste zoon niet in staat is om de ruit en de auto te herstellen. De oudste kan dat wel. Voor de oudste is het een uitdaging, een leerproces.
Zo snijdt het mes naar beide kanten.
De jongste zoon krijgt een lesje (als straf), de oudste krijgt de ‘eervolle’ opdracht om de ruit en de auto te herstellen (om zo de gevolgen van de straf weg te nemen).
Vader hoopt zo dat de jongste zoon zal inzien dat hij goed fout zat, en dat de gekozen oplossing voor het ontstane probleem zal bijdrage tot herstel van de onderlinge relaties. Dat de jongste zoon zowel de vader als zijn oudere broer erkent als goede oplossers van het probleem en dat hij hen daarvoor dankbaar zal zijn.
Dit verhaal is, zoals opgemerkt, zó alledaags dat het te volgen is.
Ik denk dat velen zich in de geschetste situatie kunnen verplaatsen.
Dit eenvoudige verhaal wil ik gebruiken om de ernst van de zondeval aan te duiden.
De vloek die God na de zondeval uitsprak is, denk ik, zowel pedagogisch als preventief bedoeld.
Pedagogisch om zo te laten zien dat ongehoorzaamheid een grote impact heeft.
Die ongehoorzaamheid is namelijk veel kwalijker dan de vloek die daarop volgde.
Dit moeten Adam en Eva, en ook al hun nakomelingen, goed beseffen.
Preventief omdat God na de nieuwe start, na de jongste dag, geen herhaling wenst.
Jezus, Gods Zoon wordt mens, om als tweede Adam de basis te leggen om de gevolgen van de vloek weg te nemen. Eerst provisorisch en na de jongste dag definitief.
Hij gaat herstellen wat geen enkel mens kan herstellen.
Er komt een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Vol van gerechtigheid, vol van liefde en verdraagzaamheid. Vol van aanbidding. Iedereen op die nieuwe hemel en nieuwe aarde zal dan zowel de Vader, als de Zoon, als de Heilige Geest serieus nemen.
Niemand zal meer zondigen. Dat is afgeleerd, want ieder kent de gevolgen.
Ondanks het herstel van de vrije wil zal geen enkel mens ooit meer zondigen. Halleluja.
Gods Zoon breng hiervoor een offer. Hij wordt mens. Van kribbe tot kruis draagt Hij de last, die direct en indirect een gevolg is van de zonde van Adam en Eva.
Indirect, omdat de wereld onder een vloek is komen te liggen.
Direct, omdat de eerste Adam al zijn nakomelingen heeft geïnfecteerd.
2. Goede Vrijdag: ondanks het vreselijke lijden toch de mooiste dag in Jezus leven
Jezus Christus is naar de aarde gekomen om de mens te verlossen.
We weten dat zowel de duivel als de mens in zonde zijn gevallen.
Jezus Christus trekt zich het lot van de engelen (de duivel) niet aan, maar wel dat van de nakomelingen van Abraham. (Hebreeën 2:16).
Jezus Christus kwam naar de aarde om te sterven om zo duivel, die de macht had over de dood had, machteloos te maken. (Hebreeën 2:14)
Jezus Christus kende het doel van Zijn missie.
Voor Zijn sterven heeft Hij er uitdrukkelijk met Zijn discipelen over gesproken. (Matteüs 26:1-2)
Hij wist wat Hem te wachten stond.
De instelling van het avondmaal spreekt boekdelen. (Matteüs 26:17-35)
Maar dan toch, daarna, die worsteling in Getsemane.
Die worsteling die moest worden vastgelegd.
Zijn discipelen moesten wakker blijven om het te zien en te horen.
Wat een worsteling. Wat een lijden!
En dan die smeekbede: ‘Vader, als het niet mogelijk is dat deze beker aan Mij voorbijgaat zonder dat Ik eruit drink, laat het dan gebeuren zoals U het wilt.’(Matteüs 26:42)
Een echte smeekbede, die wij tot ons door moeten laten dringen.
Daarom moesten de discipelen wakker blijven.
Ze moesten het horen, om het te kunnen doorgeven.
Die smeekbede!
Een smeekbede, waarop Jezus Christus het antwoord al wist.
Maar toch, die smeekbede laat zien dat er geen andere mogelijkheid is.
Jezus kende al lang het doel van Zijn Missie, al vóór de grondlegging van de wereld.
Het maakte deel uit van één van mogelijke scenario’s.
Nu blijkt dat voor dit scenario geen enkel ander scenario mogelijk is.
Jezus Christus moet sterven om de duivel machteloos te maken.
De worsteling in Getsemane lijkt op een warming-up.
Een voorbereiding op wat komen gaat.
Het opnieuw onder ogen zien dat er geen andere weg is, om dat te delen met zijn discipelen.
Na de warming-up gaat Hij doelbewust Zijn weg.
Tijdens Zijn gevangenneming zegt Hij tegen Petrus: ‘Weet je niet dat Ik mijn Vader maar te hulp hoef te roepen en dat Hij Mij dan onmiddellijk meer dan twaalf legioenen engelen ter beschikking zou stellen?’ (Matteüs 26:53)
Even later zegt Hij tegen de hogepriesters en het hele Sanhedrin: ‘U zegt het, maar Ik zeg tegen U allen hier: vanaf nu zult u de Mensenzoon zien zitten aan de rechterhand van de Machtige en Hem zien komen op de wolken van de hemel.’(Matteüs 26:64)
Weer even later vroeg Pilatus aan Jezus: ‘Bent U de Koning van de Joden?’
Jezus zei: ‘U zegt het.’ (Matteüs 27:11)
Hangend aan het kruis sprak Jezus zeven kruiswoorden.
Al deze kruiswoorden getuigen van een grote doelgerichtheid.
Hij deelt met ons Zijn medelijden met de mensen, Zijn positie die Hij gaat innemen, Zijn zorg voor Zijn moeder, Zijn onderbroken band met Zijn Vader, Zijn lichamelijke kwelling.
Tenslotte roep Hij uit: ‘Het is volbracht.’(Johannes 19:30)
Waarna Hij Zijn aardse leven afsluit met: ‘Vader, in Uw handen beveel Ik Mijn Geest.’(Lucas 23:46)
Wat heeft Jezus alles onder controle!
Tegen zijn medegekruisigde, maar vooral tegen ons, zegt Hij: ‘Voorwaar, Ik zeg U, heden zult gij met Mij in het paradijs zijn.’(Lucas 23:43)
Jezus zit diezelfde dag nog aan de rechterhand van de Machtige en Hij ontsluit het paradijs.
Nog diezelfde avond loopt Hij met Zijn Vader in die prachtige tuin.
Enkele uren eerder had de Vader Hem verlaten.
Toen moest de Zoon het alleen doen. In eigen kracht moest Hij de Satan verslaan.
Een enorme worsteling, die door drie uur diepe duisternis aan onze ogen is onttrokken.
Dat gevecht was niet om aan te zien.
Dat gevecht werd in feite grotendeels in de hel uitgevochten.
Want Christus kan op minstens twee plaatsen tegelijk zijn.
Hij is immers 100% mens en 100% God. (Zie o.a. Heidelbergse catechismus Zondag 6)
Als toornende God heeft Hij de Satan verslagen.
Dat heeft Hij zonder de hulp van Zijn Vader gedaan.
Jezus Christus heeft op de dag van Zijn kruisiging de grootst mogelijke pijn ondervonden, maar aan het einde van die dag ook Zijn grootst mogelijke triomf gevierd.
Hij heeft gestreden en gewonnen.
Hij heeft laten zien dat Hij alles, ondanks alle pijn, ondanks alle verzet, ondanks alle eenzaamheid, ondanks alle aanvallen van Satan, alles onder controle had.
Hij heeft de mens ontmaskerd.
Niemand geloofde op dat ultieme moment in Hem.
Niemand!
Als het ware hebben wij Hem gekruisigd.
Maar desondanks, Hij keek met liefdevolle ogen naar allen die Hem niet begrepen.
Hij kende Zijn Weg.
Hij wist bij voorbaat dat Hij de overwinning zou behalen.
Die triomf lokte.
Hij had zo maar van het kruis kunnen afstappen.
Maar nee, Hij vocht liever door. Hij wist, dat Hij diezelfde avond nog in het paradijs zou lopen.
Samen met Zijn Vader. Samen met vele heiligen.
Geweldig!
Het werd Zijn mooiste dag!
De kerk van alle tijden heeft dit begrepen. Vandaar: Goede Vrijdag.
Jij schrijft in je boek op bladzijde 213:
Ik meen ook dat Goede Vrijdag voor God de Vader en God de Zoon de ultieme win-win-situatie is.
Zij behaalden een dubbele zege.
Zij laten zien dat hun plannen tot nu toe perfect zijn.
Dat geeft verwachting voor de toekomst.
De nieuwe hemel en de nieuwe aarde zullen binnenkort werkelijkheid worden.
Fantastisch!
3. Het Kruis: symbool voor Christus goddelijkheid en Zijn menselijkheid
Een kruis bestaat uit twee balken, een horizontale en een verticale. De verticale is groter dan horizontale. Beide balken zijn onderling stevig met elkaar verbonden. Samen vormen ze het kruis.
Als losse balken hebben ze nauwelijks enige betekenis.
Samen, als kruis, vormen ze het symbool van het christendom.
Ik denk dat dit symbool ook te gebruiken is om de goddelijkheid en de menselijkheid van Christus met elkaar te verbinden.
Wij belijden dat God de Zoon eeuwig leeft. Hij omkleedt zich eeuwig met Zijn goddelijkheid.
Ook tijdens Zijn menswording bleef de Zoon 100 % God.
Dit is belangrijk om vast te houden.
Ik koppel dit symbolisch aan de verticale balk van het kruis. Deze maak ik oneindig groot. Want God de Zoon is er van eeuwigheid tot eeuwigheid.
Jezus is mens geworden en heeft zo’n 33 jaar onder ons gewoond. Daarna is hij gestorven en heeft een verheerlijkt lichaam ontvangen.
Ik koppel dit aan de horizontale balk van het kruis. Deze is korter dan de verticale. Jezus aardse leven is slechts van korte duur geweest. Maar het heeft wél een grandioos effect gehad. Want daarna ontving Hij een verheerlijkt lichaam dat Hij tot in eeuwigheid zal dragen.
De koppeling tussen de verticale en horizontale balk is stevig. Op sommige afbeeldingen is daarvoor een stevig touw gebruikt. Soms ook wel forse spijkers.
Maar nergens zie je dat de beide balken in elkaar overvloeien, het blijven twee afzonderlijke balken.
Zo denk ik dat we Jezus goddelijkheid en Zijn menselijkheid van elkaar gescheiden moeten blijven zien. Geen vermenging, wel verbinding.
Jezus Christus is als God Koning, die Zijn hele schepping onderhoudt. Als mens is Hij in die hoedanigheid een gezant, die laat zien dat Hij de Leeuw uit Juda is. Vooral aan Zijn kruiswoorden merken wij dat Hij alles onder controle heeft. Geen vermenging, wel verbinding.
Jezus Christus is als God onze Hogepriester, die bereidt is om het offer te brengen. Als mens is Hij in die hoedanigheid het Lam, dat zich liet slachten. Ook hier geen vermenging, wel verbinding.
Dit is een cruciaal punt. Daarom wil ik hierop dieper ingaan. Dat wil ik doen aan de hand van een citaat n.a.v. Hebreeën 7:1-10 uit het Bijbels dagboek ‘Door vreemd gebied ’van drs. Pieter L. de Jong:
“Het ambt van hogepriester was het hoogste ambt in Israël. De hogepriester stond zo te zeggen het dichts bij God. Moeten wij Jezus dus zoeken in de rij van Aäron en zijn opvolgers?
Maar Jezus is een heel unieke hogepriester. Hij staat niet in de rij van Aäron.
Als Hij al met iemand te vergelijken is, dan met de priester –koning Melchisedek.
Die beetje geheimzinnige figuur die ineens opduikt in Genesis 14. Zijn hele verschijning
is daar omgeven van mysterie en goddelijke glans. Abraham merkte dat meteen.
Hij gaf hem tien procent van de buit en liet zich door hem zegenen. Daarmee herkende Abraham in Melchisedek zijn meerdere, terwijl hijzelf toch de man van Gods belofte was.
Melchisedek torende inderdaad hoog boven Abraham uit. Zijn verschijning is een
profetie van Jezus. Net als Melchisedek is Jezus Priester en Koning tegelijk. Koning der gerechtigheid en Priester van de vrede. Als Abraham de aartsvader al voor Melchisedek
boog en zich liet zegenen, hoeveel te meer reden hebben wij dan te buigen voor Jezus, die God op dezelfde vreemde manier als Melchisedek op onze weg bracht. Hem behoort ons leven. Voor de volle honderd procent.”
Melchisedek is priester voor altijd. Daarin mogen we de profetie herkennen dat de goddelijke Jezus eveneens priester is voor altijd, voor eeuwig.
Maar achter die goddelijke Jezus zien we direct de menselijke Jezus. Als mens, als Lam, bracht Hij het offer. Als Lam gaf Hij Zijn bloed.
De verbinding tussen de goddelijke Jezus en de menselijk Jezus is zo sterk, dat het juist is om te zeggen dat Jezus Zijn leven gaf. De Schrift gaat ons daarin voor.
Ook hier moeten we oppassen voor vermenging, terwijl we oog moeten hebben voor de verbinding.
De goddelijk hogepriester Jezus offerde de menselijke Jezus. De goddelijke hogepriester heeft door de verbinding met de menselijke Jezus alles gevoeld wat Jezus als Lam heeft ondergaan.
Ik denk dat in het bovengeschetste beeldvorming recht wordt gedaan aan de belijdenis van Athanasius. Christus heeft twee naturen die onvermengd en onveranderd zijn.
Hoe verder die twee naturen in te vullen zijn, dat is niet helemaal te zeggen. Maar duidelijk mag zijn dat de goddelijke Christus niet en de menselijke Christus wel aan het kruis gestorven is.
De goddelijke hogepriester Christus heeft de menselijke Christus, als het Lam Gods, geofferd.
4. Satan is slechts een figurant.
Satan raakt als speler uitgespeeld. Zijn macht is tijdelijk.
Op de jongste dag verliest hij al zijn macht.
Immers dan zal alle knie zich buigen voor de HEER.
Dan zal iedereen erkennen dat Jezus alle macht toekomt in hemel en op aarde.
Jezus heeft op Golgota daarvoor de basis gelegd.
Direct daarna heeft Hij die macht aanvaard, maar op het jongste dag effectueert Hij die macht tot in alle uithoeken van het ganse heelal. Dan zal alle knie zich voor Hem buigen.
Dan zullen ook alle ongelovigen, waarschijnlijk vol bitterheid, moeten toegeven dat Jezus alle macht toekomt. Jezus Christus is de Weg, de Waarheid en het Leven.
Ook alle ongelovigen zullen dat dan inzien.
Tegelijkertijd wordt Satan ontmanteld. Ook alle ongelovigen zien dan in dat ze door hem misleid zijn.
Zo verliest Satan alle greep op elke ongelovige.
Zelfs een Hitler, zelfs een Stalin zien dan in dat ze misleid zijn.
Vanaf dat moment willen ze niets meer met Satan te maken hebben.
Ze verafschuwen hem, ze verafschuwen zichzelf.
Vol bitterheid kijken ze terug op hun leven.
Ze lijden eronder. Vreselijk.
In de Bijbel is vuur vaak de metafoor voor lijden.
De Satan, met allen die hem tijdens hun leven gevolgd zijn, worden na de jongste dag verbannen naar een oord van vuur en zwavel. Naar een oord waar zij ontzettend veel te lijden krijgen.
Naar een oord waar ze al de effecten van hun gedrag onder ogen moeten zien.
Vreselijk, om al die gevolgen te zien.
Vreselijk ook om Satan, de aanstichter, in hun midden te hebben.
Ze moeten hem dulden.
Ze doorzien hem en verafschuwen hem.
Ze behandelen Satan als voetveeg.
Satan heeft geen enkel macht meer over hen.
Hij wordt doorzien.
Daar zorgde Jezus voor.
Satan beschikt over verkregen macht. Van God en van mensen.
Over de verkregen macht van God is niet veel bekend. In Job lezen we dat God aan Satan beperkte macht geeft om Job te beproeven. (Job 1:12)
Over de verkregen macht van mensen is veel meer te zeggen. Hij kreeg macht over de mensen doordat zij hem gehoorzaamden. Adam en Eva liepen in zijn val, en daardoor werden zij zijn slaven.
Vervolgens viel (bijna)de hele mensheid in zijn handen. Zo zelfs dat de Bijbel de duivel typeert als de overste van deze wereld. (Johannes 12:31)
Wie onder de macht van Satan uit wil komen moet vluchten naar Iemand die sterker is. Wie dan staande wil blijven moet de goddelijke wapenrusting aandoen:
Op de jongste dag wordt aan Satan alle macht ontnomen. Zowel de van God verkregen macht als de van mensen ontvangen macht.
Omdat alle knie zich voor de HEER zullen buigen, zal daardoor de duivel ontmaskerd worden.
Niemand zal hem ooit meer geloven. Niemand zal hem ooit meer serieus nemen.
Niemand zal hem ooit meer blindelings volgen.
Jezus zal dan bij iedereen, ook bij de ongelovigen, de ogen openen voor de kwaadaardigheid van zijn tegenstander.
Jezus zal dan Satan alle macht ontnemen, zodat deze niet opnieuw kan beginnen.
Satan verliest op de jongste dag alle macht.
Alleen Jezus is HEER.
Na in deze vier stappen de beeldvorming rond ‘verzoening door voldoening’ enigszins te hebben bijgesteld, wil ik zo dadelijk enkele thema’s uit je boek bespreken.
Maar eerst wil ik nog iets opmerken over de wijze van bijstelling.
De onderwerpen waar we ons op richten, kennen een breed scala aan interpretaties.
Veel theologen hebben zich er over gebogen.
Naarmate er over een bepaald onderwerp minder in de Schrift te vinden is, des te groter wordt de verleiding om zelf iets in te vullen.
Zo is er over de hel al heel veel gespeculeerd.
De hel is volgens mij slechts de tijdelijke verblijfplaats van de duivel en zijn gehele aanhang.
Op de jongste dag wordt de duivel en allen die bij hem horen, geworpen in de poel van vuur en zwavel. (Openbaring 20:9-10)
Over deze gebeurtenis heb ik al eerder geschreven. Zie hoofdstuk 18, het laatste oordeel.
Ik denk dat ik met mijn interpretaties binnen de kaders van de geloofsbelijdenissen ben gebleven.
Ik hoop dat ook te doen bij de bespreking van enkele thema’s uit je boek.
Ik denk daarbij aan:
1. Hebben Adam en Eva de moederbelofte begrepen?
2. Staan alle geloofshelden uit het Oude Testament rechtvaardig voor God?
3. Aan wie bracht Jezus het offer van Zijn leven? Aan Satan? Aan God?
4. Verzoening door voldoening?
1. Hebben Adam en Eva de moederbelofte begrepen?
Ik veronderstel dat Adam en Eva de moederbelofte beter begrepen hebben dan dat de scherpzinnigste gereformeerde theologen het boek Openbaring begrijpen.
Ik ga er vanuit dat de degeneratie na de zondeval langzaam is ingezet.
Daarom veronderstel ik dat Adam en Eva zeer scherpzinnig zijn geweest.
Zo scherpzinnig, dat God daarom de moederbelofte zo heeft verwoord als is opgetekend.
Als God spreekt, dan houdt Hij rekening met het bevattingsvermogen van de mens.
Zo kom ik tot een cirkelredenering, die desondanks hout snijdt.
In de verwoording van de moederbelofte mogen we, denk ik, opmaken dat Adam en Eva zo intelligent waren dat ze deze hebben begrepen.
De moederbelofte maakt de verwachting los dat God alles goed gaat maken.
Wie aan deze belofte geloof hechtte, richtte zich daardoor op God.
Die gerichtheid hield de band met God levendig.
Bij een enkeling.
Ja, helaas laat het hele Oude testament ons zien dat slechts enkelingen op God bleven vertrouwen.
Tijdens de zondvloed was dat maar één gezin.
Tijdens de roeping van Abraham waren er slechts enkelen die nog geloofden.
Bij de uittocht uit Egypte verrichtte God grote wonderen om zich aan Zijn volk te laten kennen, om het geloof opnieuw wakker te roepen.
Enzovoort.
Bij de geboorte van Jezus waren er slechts enkelen die Hem gelovig verwachtten.
Ik denk dan ook, dat Adam en Eva de moederbelofte veel beter begrepen hebben dan vele van hun nakomelingen.
2. Staan alle geloofshelden uit het Oude Testament rechtvaardig voor God?
De uitgekristalliseerde leer van verzoening door voldoening is in het Oude Testament niet aanwezig.
Ook de Evangeliën zwijgen er grotendeels over.
Voor Jezus’ kruisdood heeft geen enkele discipel het begrepen.
Het leerstuk verzoening door voldoening is later ontstaan.
De geloofshelden uit het Oude Testament kenden deze leer in elk geval niet.
Stonden ze desondanks rechtvaardig voor God?
Ik denk dat wie veel ontvangt, veel heeft te verantwoorden.
Wij hebben inmiddels veel ontvangen, dus wij hebben ook veel meer te verantwoorden dan de geloofshelden uit het Oude Testament.
Zij hoefden slechts die woorden van God te geloven die hen waren aangereikt.
God overvraagt nooit.
De geloofshelden uit het Oude Testament staan dus desondanks rechtvaardig voor God.
Ondanks dat ze niet geloven, maar ook niet kunnen geloven in de leer van verzoening door voldoening.
De leer van verzoening door voldoening past bij het Nieuwe Verbond.
Bij het licht van het Nieuwe Testament zijn wel contouren van deze leer in het Oude Testament te ontdekken, maar dat zijn dan contouren die in een diepere laag verscholen liggen.
Ik denk dat Jezus deze diepere lagen aan de Emmaüsgangers heeft laten zien.
Deze uitleg van Jezus is niet in de Bijbel opgenomen, zodat wij er naar zoeken kunnen.
Dat houdt ons bij de les.
In je boek lees ik nogal eens dat God teleurgesteld is in Zijn volk.
Dat is inderdaad ook vele malen in de Bijbel te lezen.
Maar daarover moeten we, denk ik, meer zeggen.
God de Vader regeert de wereld door Zijn Zoon.
God de Vader is boven de tijd blijven staan, bovendien weet de Vader meer dan de Zoon.
Daarom, denk ik, dat met name God de Zoon teleurgesteld is in het volk dat Hij uitgekozen heeft om het voorbereidende werk voor Zijn komst naar deze aarde.
Ondanks deze teleurstelling is de Zoon naar de aarde gekomen.
Zijn liefde overwint de grootste teleurstellingen.
Zo kon Hij aan het kruis blijven hangen, terwijl al Zijn discipelen het af lieten weten.
3. Aan wie bracht Jezus het offer van Zijn leven? Aan Satan? Aan God?
In je boek op blz. 143 stel je deze vraag aan de orde.
Het is een vraag waar al veel over na is gedacht.
Irenaeus van Lyon (140 - circa 202) stelde al dat Christus Zijn leven aan het kruis gaf als een losprijs aan Satan, die daarop de mens moest loslaten.
Dit vind ik ook een vreemde gedachte. Want Satan heeft de mens door verlokkingen aan hem gebonden. Satan is een dief, een slechte herder, die geen recht kan laten gelden op alles wat hij gestolen heeft. Aan een dief hoef je normaal niets te betalen om je rechtmatig eigendom terug te krijgen. Dus de gedachte dat Jezus Zijn kostbaar leven aan Satan heeft moeten geven, is onlogisch en bizar.
Heeft Jezus dan Zijn leven gegeven aan God de Vader?
In het Oude Testament stond de hele offerdienst in het teken van een offer brengen aan God.
Die offerdienst had weliswaar een geestelijke dimensie en een pedagogische duiding, maar er zijn dan toch maar vele miljoenen dieren geslacht en geofferd.
Nadat Christus Zijn zoenoffer had gebracht, was al dat offeren niet meer nodig.
Zijn zoenoffer heeft al het andere offeren overbodig gemaakt.
God had aan dat ene offer genoeg.
Dus, zou je kunnen concluderen, dat Jezus Zijn leven heeft gegeven aan God de Vader.
Maar ja, ook dat zou inderdaad bizar zijn.
God heeft inderdaad aan Zichzelf genoeg.
Maar ja, aan wie bracht Jezus dan het offer van Zijn leven?
Hij gaf Zijn Leven voor ons, voor allen die in Hem geloven. Dat is bekend.
Maar, ik denk, dat Jezus ook Zijn Leven aan ons geeft.
Vandaar de instelling van het avondmaal. Daarover weten wij het volgende:
We zien dat Jezus hier symbolisch Zijn lichaam en Zijn bloed geeft aan Zijn discipelen.
Zo gaf Hij enkele uren later in het echt ook Zijn lichaam en Zijn bloed aan Zijn volgelingen.
Zijn hele leven lang offerde Hij Zichzelf, in het bijzonder aan het kruis.
Wij mogen dit feit telkens herdenken met de instellingswoorden van het avondmaal.
Over die instellingswoorden is veel te zeggen.
Ik denk dat we Jezus’ hele leven, zoals dit in de vier Evangeliën is vastgelegd, tot ons moeten nemen.
Nu ik er zo over nadenk, meen ik, dat het goed zou zijn om vóór elke avondmaalsvieren één van de vier Evangeliën in zijn geheel te lezen. Op die manier komt Jezus’ hele leven voor onze aandacht.
We zien dan ook alle weerstand die Jezus heeft opgeroepen. Daarin kunnen we ons spiegelen.
Want, immers, het zijn niet de Joden die Jezus Christus kruisigden, maar ik.
Jezus gaf Zijn lichaam als losoffer.
Zijn offer maakt ons los van schuld, los van Satan, los uit de val naar beneden.
- Door onze zonden zijn wij in feite dood, ook al leven wij. Jezus zei eens: “Laat de doden de doden begraven”. Daaruit is op te maken dat iedereen die niet wedergeboren is, dat iedereen waarin de Heilige Geest niet werkzaam is, in feite dood is.
Nu is een dode nergens meer toe in staat. Zijn rechten en verplichtingen moeten door een ander worden overgenomen.
Jezus geeft zich helemaal. Hij maakt zichzelf tot onze Losser. Hij, de tweede Adam, neemt alle rechten en verplichtingen op zich van niet alleen de eerste Adam, maar ook van al zijn nakomelingen.
Zo komen we los van al onze schuld. - Elk mens heeft binnen in zich een soort kamertje dat altijd gevuld wordt door een geest. Dat kamertje kan niet leeg blijven. Een geestelijk vacuüm is onmogelijk. Dat kamertje wordt gevuld door de geest van Satan of door de geest van God, of beide moeten dat kamertje met elkaar delen. Zodat zowel de geest van Satan als de geest van God er in huist.
Zodra dat kamertje geheel gevuld is met de geest van Satan, dan ben je voor de 100% slaaf van Satan. Satan heeft je dan je zijn greep.
Als gevolg van het offer van Jezus wordt vrij direct daarna de Heilige Geest uitgestort en Hij neemt bezit van vele kamertjes. Veel mensen rukt Hij zo los uit de greep van Satan. - Na de zondeval zijn we in de vrije val geraakt. We vallen steeds dieper.
Zonder Gods ingrijpen waren wel allemaal in de hel terecht gekomen.
Door Jezus offer heeft Hij Satan de genadeklap gegeven. Hij heeft toen Satan gedeeltelijk van zijn kracht beroofd. Op de jongste dag zal Satan definitief het onderspit delven.
Daarna zal hij afgevoerd worden naar de poel van zwavel en vuur.
Iedereen, zowel gelovigen als ongelovigen, ontvangen op de jongste dag een onvergankelijk lichaam. Een lichaam waarmee ze voor God aangezicht mogen leven. De ongelovigen als knechten, de gelovigen als kinderen.
4. Verzoening door voldoening?
Ik denk dat de verzoening zowel de rechtvaardiging als de heiliging als de totale vernieuwing omvat.
Zowel de rechtvaardiging als de totale vernieuwing is voor 100% Gods werk.
De heiliging is voor 100% Gods werk, maar ook voor 100% ons werk.
God schakelt ons daarbij volledig in. God vraagt geloof. God vraagt dankbaarheid. God vraagt onze inzet om Hem lief te hebben en onze naasten als onszelf.
Maar wat Hij vraagt, dat geeft Hij ook.
Hij verandert ons denken. (Romeinen 12:2)
Hij is het die zowel het willen als het handelen bij u teweegbrengt. (Filippenzen 2:13)
Het is logisch dat de Bijbel veel aandacht geeft aan heiliging. Want daarbij worden wij ingeschakeld.
De rechtvaardiging is als een geboorte. Een Godswonder.
Daarbij sta je van tijd tot tijd dankbaar bij stil. Je beseft dat je het leven ontvangen hebt, en dat het leven doel en zin heeft. Die gedachte stroomlijnt je verdere leven.
Zo ongeveer denk ik ook over rechtvaardiging.
Rechtvaardiging is bewerkt. Het is een gegeven. Het is een geschenk uit de hemel.
De totale vernieuwing is eveneens voor 100% Gods werk.
Op de jongste dag krijgen we een onvergankelijk lichaam. 100% Gods werk.
Het neerdalen van het nieuwe Jeruzalem is eveneens voor 100% Gods werk.
Het reinigen van de oude aarde, met vuur, is ook voor de 100% Gods werk.
De vorming van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde is 100% Gods werk.
Alle gelovigen zullen na de jongste dag God van aangezicht tot aangezicht mogen zien.
Ze zullen mogen wandelen met God.
Het paradijs komt terug, mooier en grootser dan de tuin van Eden.
Dan zal alles goed zijn, zeer goed zijn. Nieuwe fases zullen aanbreken.
Dan zullen alle gelovigen totaal verzoend met God samenleven.
Heiliging vindt plaats door de inwoning van Jezus.
Op dat aspect leg jij in je boek alle aandacht.
Zo zelfs dat door heiliging, door Jezus in ons, de rechtvaardiging plaatsvindt.
Dat kan ik echt niet volgen.
Adam en Eva kwamen door het eten van een verboden vrucht ten val.
Daarna zijn ze uit het paradijs gezet, en hebben daarna nooit meer God van aangezicht tot aangezicht kunnen ontmoeten. Het zou hun dood betekend hebben.
De heilige God duldt immers geen enkele onreinheid in zijn nabijheid.
Dat heeft de verdere geschiedenis ons wel geleerd.
Zelfs Mozes mocht slechts een glimp van Gods achterzijde opvangen.
De afstand tussen God en mens is enorm.
Nu noemt de Bijbel inderdaad Abraham een rechtvaardige.
Maar in welke zin is Abraham een rechtvaardige? In juridische of ethische zin?
Als ik de Schrift goed begrepen heb, dan ben je pas in juridische zin rechtvaardig als je volmaakt bent.
Als je geen erfzonde meer hebt, en als jezelf geen enkele zonde hebt begaan.
Uit de Schrift weten we dat alleen Jezus aan deze eisen heeft voldaan. Hij was in juridische zin de rechtvaardige.
Abraham verwijst naar Christus. Abraham maakte veel fouten, maar in enkele geloofsdaden is hij ons tot een voorbeeld. In die daden toonde hij zich ethisch gaaf. Zo zelfs dat hij als een rechtvaardige is aangeduid.
Uit de Schrift weten we dat Jezus volmaakt is geweest, en dat op grond daarvan Jezus zowel in juridische zin als in etnische zin als de enige rechtvaardige bekend staat.
Jezus heeft nu op grond van Zijn offer alle heiligen voorgoed tot volmaaktheid gebracht.
We lezen dit onder andere in Hebreeën 10:14:
Dit is een vrij radicale tekst. Jezus heeft voor eens en voor altijd al de Zijnen door het ene offer tot volmaaktheid gebracht. Hij rechtvaardigt en heiligt hen. Hij draagt alle zonden, ook alle zonden die de heiligen nog zullen begaan, weg.
Dat is de kern van het Nieuwe Verbond.
Hij maakt ons volmaakt. Gaaf.
Zo is onze rechtvaardiging en heiliging voor 100% Zijn werk.
Maar het lijkt erop dat Jezus daar geen genoegen mee neemt.
Hij wil ons nog meer geven. Meer dan 100%.
Hij wil ons vervolmaken.
Daartoe geeft Hij onze vrijheid terug. We worden uit de greep van Satan verlost.
We krijgen onze vrijheid terug om echt te kunnen kiezen, om echt Hem en onze naaste lief te kunnen hebben. Om met het herstelde leven iets doen.
Niet om iets te verdienen, want in Christus zijn we al 100% volmaakt.
Maar wel om onze dankbaarheid te laten zien.
God geeft uit genade ons de Heilige Geest. De geest van Christus.
Deze geest is zo krachtig dat de Bijbel meer dan eens zegt: Jezus is in ons, Jezus is in al Zijn heiligen aan het werk. Hij zet hen aan het werk.
Niet om iets te verdienen, maar wél om iets toe te voegen aan de volmaaktheid die Hij al voor ons heeft verdient.
Hij vergelijkt zichzelf met een wijnstok, en de Zijnen zijn in dat beeld de ranken.
Hij verwacht vrucht. (Johannes 15:5)
Hij wil graag geven en blijven geven.
Hij wil graag door de vruchtstroom de ranken vullen.
Jezus zegt dan ook: Blijf in mij
Jezus wil vrucht zien, om zo ons te laten zien dat Hij werkelijk in ons aan het werk is.
Zo komen we er achter dat we echt met Hem verbonden zijn.
Zo groeit de geloofszekerheid.
Ik denk dat Jezus van ons méér wil dan 100% gerechtigheid en 100% heiligheid.
Hij wil nog meer aan ons kwijt.
Voor die 100%, daar zorgde Hij al voor.
Voor hetgeen wat Hij meer aan ons wil geven, daar schakelt Hij ons voor in.
Van binnenuit worden we vernieuwd door Zijn geest.
Wij kunnen doorgroeien in geloof en in heiligheid.
Wij (iedereen die wedergeboren is) hebben al meer dan genoeg, maar we mogen meer ontvangen.
Jezus wil ons graag nog meer geven.
Daartoe daagt Hij ons uit.
Hij zegt bijvoorbeeld: “Jullie zijn schuldig je naasten lief te hebben. (Romeinen 13:8)
Wie (als wedergeborene) zijn naaste liefheeft, die doet recht.
Hij is in ethische zin een rechtvaardige.
In juridische zin echter voegt hij niets aan zijn rechtvaardiging toe, want ook het liefhebben van de naaste is altijd gebrekkig en met zonde omgeven.
In juridische zin wordt elke dag onze zondelast groter. Maar hoe groot deze ook wordt, deze is al afgewend. Alle heiligen zijn voorgoed bekleed met Zijn gerechtigheid en Zijn heiligheid.
Ik ben het met je eens dat door toewijding en heiliging de rechtvaardiging (in ethische zin) toeneemt.
Door navolging van Jezus ga je automatisch meer lijken op de geloofshelden uit het Oude Testament.
De geloofshelden worden als rechtvaardigen geschilderd. Op die manier kunnen ook de heiligen, levend onder het nieuwe Verbond, als rechtvaardig worden gekenschetst. Ze staan recht voor God. Zij houden rekening met Hem. Zij geloven Zijn woorden. Zij leven voor Hem.
Ze zijn rechtvaardig, omdat Jezus Christus iedereen die zo’n instelling heeft rechtvaardigt.
Zowel de geloofshelden uit het oude Verbond als de heiligen onder het nieuwe Verbond zijn in ethische zin rechtvaardig, omdat Jezus door zijn offer de basis heeft gelegd voor hun rechtvaardiging in juridische zin. De ethische rechtvaardiging is als het ware de vrucht van de juridische rechtvaardiging. Of anders gezegd: De intentieverklaring neergelegd in de moederbelofte vormt de basis van Gods verlossingswerk. Vanaf dat moment is Hij mensen gaan roepen en heeft enkelen van hen als rechtvaardigen bruikbaar gemaakt om Zijn verlossingsplan te realiseren. Die rechtvaardiging gaf Hij hen als voorschot en onderpand, om later te mogen delen in het tot ontwikkeling gebrachte heilsplan.
God doet een appel op mensen en verwacht van hen dat zij het goede doen.
De geloofshelden uit het oude Testament hebben aan Zijn roepstem gehoor gegeven.
Zij hebben het goede gekozen, zij hebben goede werken gedaan.
Ook in het nieuwe Verbond doet God een appel op mensen.
Een veel breder appel, want Hij wil dat met het Evangelie iedereen bereikt wordt.
Wie God gehoorzaamt, die kiest het goede, die doet goede werken.
Wie het goede doet, mag beloning ontvangen. Niet uit verdienste, maar uit genade.
Zie de Heidelbergse Catechismus Zondag 24. Zie ook subhoofdstuk 19.9.
God beloont goede werken.
Niet uit verdienste, want dan zou de beloning klein uitvallen.
Niet uit verdienste, want zo behandel je een knecht, niet je eigen kind.
Wèl uit genade, want dan valt de beloning altijd groter uit.
Wèl uit genade, want God wil graag hemelse gaven geven aan Zijn kinderen.
Zet de leer ‘verzoening door voldoening’ velen in beweging?
Of is die leer juist de oorzaak van veel lauwheid?
Ik weet niet hoe ik het moet taxeren.
Jij veronderstelt, als ik je goed begrepen heb, dat het veel lauwheid teweeg brengt.
Maar ja, ook geloof kent haar seizoenen.
Als ik het goed heb zijn er perioden geweest dat velen erdoor in vuur en vlam zijn gezet.
Vandaar dat ik de effecten moeilijk kan duiden.
Jouw nieuwe kijk op verzoening werkt kennelijk wel stimulerend.
Dat kan ik mij goed voorstellen.
De leer van verzoening door voldoening zou ik als volgt willen verbeelden:
Velen prefereren de hometrainer, dan dat ze door weer en wind de fiets pakken.
Vandaar dat ik mij goed kan voorstellen dat jouw nieuwe kijk op verzoening aantrekkelijk is en stimulerend werkt. Je moet je daarbij vooral zelf in conditie houden.
Als dan de conditie toeneemt, dan geeft dat uiteraard een goed gevoel.
Maar ja, aan de andere kant, op een hometrainer kom je niet verder richting het Koninkrijk.
Of zie ik dat verkeerd?
Tenslotte wil ik aan nog een belangrijk aspect aandacht geven.
Ik schreef al eerder:Die schat in de hemel kunnen we vergaren door inspanning, volharding en ontspanning.
Inspanningdoor onze zaligheid nog verder te vervolmaken.
Dit overeenkomstig het Bijbelwoord:
Volhardingdoor de wedloop te lopen. (1 Korintiërs 9)
Dit overeenkomstig de prachtige tekening van Paulus van zo’n wedstrijd.
Hij eindigt zijn verhaal met de oproep: Ren als een atleet die wint!
Ontspanningdoor voor het plezierigste te kiezen.
Hierbij denk ik aan het gebeuren bij Maria en Marta. Marta sloofde zich uit om alle gasten te bedienen. Maria koos ervoor om aan de voeten van Jezus te gaan zitten. Maria koos het goede.
Zo constateerde Jezus, die in hun harten keek. (Lucas 10:42)
Maar vanwege dit feit had Jezus Marta niet minder lief dan Maria. Jezus trekt haar er weer bij.
Zo trekt Hij ons er telkens weer bij.
Want we moeten ons wel op een goede manier blijven inzetten. Al mag ontspanning daarbij een grote rol in blijven spelen, toch vraag Hij ook een zekere inspanning om o.a. beproevingen te doorstaan. We lezen dat ondermeer in 1 Korintiërs 10:12:
God blijft van alle heiligen evenveel houden. Het zijn allen Zijn kinderen.
Maar elk kind heeft een eigen karakter met onderscheiden gaven ontvangen.
De inzet van die gaven doen er toe.
Door Gods genade krijgt alles zin.
Onze goede werken vergezellen ons tot in eeuwigheid.
God maakt ze dienstbaar in het werk van Zijn koninkrijk.
Het zijn schatten, die we hier vergaren en in de hemel zullen bezitten.
De leer ‘verzoening door voldoening’ neemt de gelovigen niet alles uit handen.
Alsof enkel het vertrouwen in Gods heilsplan voldoende is.
Het is uiteraard wèl voldoende om zo Zijn kind te mogen zijn.
Maar zoals iedere ouder iets van zijn kind verwacht, zo verwacht God de Vader ook iets van Zijn wedergeboren kind.
Als een kind niet groeit, zowel in lichamelijk als in geestelijk opzicht, dan gaan de ouders snel naar een dokter.
Als een wedergeboren kind niet groeit, dan is het goed met anderen te overleggen wat er fout gaat. Ligt het aan het voedsel? Of is er sprake van een handicap waarmee je moet leren leven?
Of is er sprake van een te laag ambitieniveau?
Alsof de laagste plaats in het koninkrijk van de hemel goed genoeg is.
De leer van verzoening door voldoening, denk ik, neemt niet alle ambitie weg.
Het legt daarentegen wel een stevige basis, want er is geen afval van de heiligen.
Wie eenmaal wedergeboren is, die blijft Gods kind.
Veel rond de persoon van Jezus Christus is een tijdlang een mysterie geweest.
Maar volgens Paulus is, mee door zijn bijdrage, dit mysterie onthuld.
Dat lezen we in 1 Kolossenzen 1:25-29:
Hem verkondigen wij wanneer we iedereen waarschuwen en in alle wijsheid onderrichten, om iedereen tot volmaaktheid in Christus te brengen.
Daarvoor span ik mij in en strijd ik met Zijn kracht, die volop in mij werkzaam is.”
Het mysterie is onthuld.
In je boek geef je veel aandacht aan één kant van dat mysterie: Christus in ons.
Maar er is ook een andere kant: wij in Christus.
Christus werkt inderdaad op vele manieren in ons.
Maar wij zijn ook in Christus geborgen. Veilig geborgen, omdat Satan ons nooit uit Zijn handen kan rukken. Veilig geborgen, omdat Gods toorn over de zonden al door Hem zijn weggedragen.
Schuilend in Hem zijn we volkomen gerechtvaardigd en volkomen geheiligd.
Die nieuwe positie, die we in Hem ontvangen hebben, moet gevolgen hebben.
Iedere gelovige zal vruchten voortbrengen.
Dat gebeurt dan ook, omdat Christus in ons is.
Ook van dat aspect moeten we ons bewust zijn.
Daar draagt jouw boek zeker aan bij.
Maar het is wèl het halve verhaal.
Je poetst dit halve verhaal op, door die andere waarheid min of meer te ontkennen.
In je boek wordt het een soort mantra: Er is geen aanleiding tot de gedachte, dat Jezus ons gered heeft door onze schuld of straf te betalen.
Het mysterie van Christus’ lijden is pas na Zijn lijden ‘in essentie ten volle’ onthuld.
Aan de Emmaüsgangers. Aan Zijn discipelen.
En op Pinksteren aan vele duizenden.
Later heeft Paulus aan het begrijpen van dit mysterie nog het een en andere mogen toevoegen.
Maar ook de jonge christelijke kerk heeft daarna aan het begrijpen van dit mysterie nog iets mogen toevoegen. Zeker ook met de belijdenis van Athanasius, waarin de twee naturen van Jezus Christus duidelijker dan ooit zijn beschreven.
Die twee naturen, die nodig zijn om een juister inzicht te krijgen op Zijn lijden.
Want zowel naar Zijn goddelijk natuur als naar Zijn menselijke natuur koos Hij voor het kruis.
Jezus Christus is in de Vader, en de Vader is in de Zoon.
Zo zijn Ze met elkaar verweven als één wezen.
Maar de Zoon heeft, met afstemming op Zijn Vader, Zelf gekozen voor het Kruis.
Hij legde daar Zijn natuurlijke lichaam af, om enkele momenten later Zijn verheerlijkt lichaam aan te doen. Nog diezelfde dag liep Hij samen met Zijn Vader in het paradijs.
Je boek dwingt de lezer tot het opnieuw doordenken van de heilsleer.
Je zoomt sterk in op de heiliging: Jezus in ons.
Daardoor, denk ik, ontstaat een scheef beeld dat geen recht doet aan het totaal.
Vandaar dat ik lang niet op al je argumenten ben ingegaan.
Ik heb mij geconcentreerd op hoofdlijnen.
Maar ik sta wèl open voor een discussie op enkele details.
Zeker als je meent dat die details de hoofdlijn beïnvloeden.
Maar dan hoor ik dat graag.
Vooralsnog wil ik het hier bij laten.
Zoals aangegeven in je boek, sta je open voor tegenspraak.
Ik hoop dan ook op een reactie, zodat we samen verder kunnen komen.
Tot eer van God.
Met vriendelijke groet,
Nico
Beste Nico,
Eindelijk kwam ik toe om jouw reactie op m'n boek te lezen. Al lezend werd ik er weer bij bepaald dat jouw manier van redeneren de mijne niet is en andersom. We kunnen elkaar daarom niet echt inhoudelijk verder helpen, denk ik. Ik heb de indruk dat jij zo vol van je eigen denkbeelden bent, dat je niet de rust of tijd hebt om de argumentatie te overwegen die ik aanvoer. Je reageert niet inhoudelijk op mij, maar reageert door jouw eigen denkbeelden te geven. Prima, maar waarom zou ik die moeten aanvaarden?? Zijn die beter omdat ze van jou zijn? Verder mis ik vaak de argumentatie.
Ook inhoudelijk vind ik jouw verhaal vaak niet sterk. Neem het eerste voorbeeld van die vader die de bestuurbare auto door de ruit gooit om zijn jongste een lesje te leren en dan de oudste een mooie opdracht te geven. Prachtig beeld in de ogen van Nico. Maar sorry, het voorbeeld lijkt me gewoon dom - in werkelijkheid zou ik zo'n vader gek vinden - iemand die erg snel op zijn tenen getrapt is en blijkbaar een veel te groot ego heeft. Verder denk ik dat hij zijn doelen op mooiere en betere wijzen kan bereiken. Daarbij komt ook nog eens, dat de mooie opdracht voor de oudste (en die staat beeld voor Jezus) helemaal niet zo mooi is (Jezus moet bloeden, veracht en bespuugd worden en sterven). Welke vader wil zijn zoon zoiets aandoen als er niet een geweldig goede reden en noodzaak voor is? Jezus zelf wilde het ook liever niet en bad erom dat de beker weggenomen zou worden, maar als het Uw wil is dan ... Ook de reden om een pedagogisch lesje aan de jongste (dat zijn wij, men sen) te geven, lijkt me niet voldoende om zo'n domme en inderdaad buitenproportionele reactie te geven. Hiermee verklaar je dus werkelijk niets en maak je niets helder. Het is alleen overtuigend voor jezelf blijkbaar.
Je redeneert wat, maar het lijkt mij voor niemand overtuigend.
Nou, zo zou er meer te noemen zijn. Ik waardeer je inzet en moeite. Je schrijft toch maar weer hele pagina's vol. Maar ik moet je helaas teleurstellen - het helpt mij echt niets verder. Daarom ga ik ook niet verder op andere onderdelen in - want ik denk dat je op jouw manier daar weer uitgebreid op in gaat, terwijl het me niet helpt.
Daarom wil ik je danken voor je moeite maar stop ik met reageren.
Ook op jouw andere studies reageer ik niet. Jouw gedachten zijn voor mijn gevoel vrij willekeurig en daarom in te wisselen voor andere gedachten. Het gaat uiteindelijk om de argumentatie vanuit de Schrift. Dáár wil ik voor buigen - niet voor veronderstellingen die iemand wel aardig vindt, maar inwisselbaar zijn voor andere veronderstellingen.
Hoewel jouw stukken groot en uitgebreid zijn, geven ze ondanks dat (volgens mij) geen stevig gefundeerde visies. Je breidt gewoon van alles aan elkaar. Het blijft berusten op fantasie en onbewezen veronderstellingen. Het spijt me, maar daarom vind ik het niet zo zinvol om verder in jouw stukken te lezen en wil ik ons contact erover hier graag bij laten.
Ik wens je Gods zegen toe. Het spijt me oprecht dat we niet veel met elkaar kunnen.
Hartelijke groet,
Ton.
Beste Ton.
Ik heb je laatste antwoord even laten liggen om het op mij in te laten werken.
Ondertussen heb ik 4 PowerPointpresentaties gemaakt om aan de hand daarvan de these
op de mannenvereniging te bespreken.
Inmiddels hebben we 3 avonden over de these gesproken en een boeiende discussie met elkaar gehad. Er rest nog 1 avond en wellicht enkele vervolgavonden.
Al aan het begin bij de bespreking op de mannenvereniging werd opgemerkt dat ik in de these vaak schrijf: ik denk, ik veronderstel.
Dit duidt, zo werd opgemerkt, op een zwakke argumentatie.
Ik kon niet anders dan half beamend opmerken: ik denk, maar jullie denken ook wat.
Ook wie gangbare meningen omhelst, ook al worden zij door miljoenen mensen gedragen,
kan dat vaak niet hard maken.
Neem nu het paradijs, is deze tijdens de zondvloed in de golven verdwenen of heeft de HEER van de schepping deze in veiligheid gebracht?
Inderdaad, de veronderstelling dat God het paradijs in veiligheid heeft gebracht lijkt te fantastisch om waar te kunnen zijn. Het lijkt fantasie, maar de gangbare mening berust op niet minder fantasie. Want niemand heeft ooit iets van het paradijs terugkunnen vinden. Elk bewijs ontbreekt.
Dus ook de gangbare mening is niet te bewijzen.
Deze logica dwingt iedereen zijn eigen standpunten met die van anderen te vergelijken, om daarna samen met anderen te zoeken naar de enig juiste interpretatie.
Want er bestaat maar één waarheid.
In de Korte Verklaring zijn veel interpretaties te vinden. Sommige teksten kennen een waaier aan interpretaties (b.v. de zonen van de goden in Genesis 6). Eén interpretatie meer of minder doet er niet toe, want als de juiste interpretatie erbij zit, dan zou heel gemakkelijk een keus gemaakt kunnen worden.
Het klopt dus, dat je vaak bij mij argumentaties mist.
Maar over elk onderwerp durf ik wel een discussie aangaan.
Niet omdat ik dan met ijzersterke argumenten kan komen, maar wel om te laten zien dat ook de gangbare meningen vaak berusten op zwakke veronderstellingen.
Ik veronderstel, vaak zwakker dan de mijne.
Want anders had ik mijn nieuwe ideeën niet eens naar buiten durven brengen.
Over het eerste voorbeeld van de vader die een bestuurbare auto door de ruit gooit, heb ik lang nagedacht.
Het is dan ook maar een voorbeeld.
Maar gezien jouw reactie, is het een goed voorbeeld.
Want jij vindt zo’n vader gek, iemand die erg snel op zijn tenen getrapt is en blijkbaar een veel te groot ego heeft. Een domme vader, die buitenproportioneel reageert.
Dit beeld wilde ik ook neerzetten van God, die Zijn vloek over de wereld doet komen nadat Adam en Eva van de verboden vrucht hadden gegeten.
Elke ongelovige, en vele gelovigen vinden dit eigenlijk buitenproportioneel.
Dat zo’n klein misstap zo wordt afgestraft, dat is onacceptabel. Dat kan niet.
Dat door zo’n kleine misstap alle mensen de dood verdienen, dat is buitenproportioneel.
Dat door zo’n kleine misstap de hele schepping, ja zelfs de hele kosmos uit balans raakt, is onvoorstelbaar. (Romeinen 8:20-21)
Nu zegt b.v. Tim Keller, dat elk mens God veel meer waard is dan de hele kosmos.
De kosmos is enkel materie, maar de mens is veel meer.
De mens is de beelddrager van God.
God wil door die enorme straf de mens opnieuw voor zich winnen.
Hij wil de mens laten zien dat elke schending van Zijn heiligheid grote gevolgen heeft.
Hij reageert daar, volgens ons, buitenproportioneel op.
Dat doet Hij expres, denk ik, om ons zo te laten zien hoe erg het is als wij Hem niet gehoorzamen.
Hij laat ons deze vreselijke gevolgen aan den lijve ondervinden.
Oorlogen, ongelukken, ziekten, hongersnoden, natuurrampen, allemaal een gevolg van onze ongehoorzaamheid.
Buitenproportioneel, zou je zeggen.
Maar, God opent via Jezus Christus een goed perspectief.
Hij zal de vloek over de wereld wegnemen en alles beter maken dan het ooit geweest is.
Hij werkt vanaf de moederbelofte aan herstel en vernieuwing.
Hij werkt aan een nieuwe hemel en een nieuwe aarde.
Op die nieuwe hemel en die nieuwe aarde zal geen mens meer zondigen.
De mens heeft, terugkijkend, zijn les geleerd.
Juist door het buitenproportioneel optreden van de Vader.
In elk geheugen zal dat ingegrift blijven.
Geen mens zal zoiets opnieuw over zich willen afroepen.
Geen mens op de nieuwe hemel en de nieuwe aarde zal ooit nog in zonde vallen.
Jouw opmerking, dat de opdracht aan de oudste zoon niet zo mooi is, is juist getaxeerd.
Inderdaad, Jezus’ opdracht is zwaar. Van kribbe naar kruis is een en al een lijdensweg.
Vreselijk!
Jezus, als mens, heeft er echt tegenop gezien. Zeker in Getsemane.
Daar zien we de Mensenzoon in Zijn hart.
Hij ziet er echt tegenop, maar Hij wil niets liever doen dan de wil van Zijn Vader.
Hij wil gewoon gehoorzaam zijn.
Hij kent Zijn Vader door en door.
Hij weet dat Zijn Vader goed is, en dat gehoorzaamheid iets oplevert.
Hij weet dat Hij, nadat Hij Zijn opdracht gehoorzaam tot het einde toe zal hebben volbracht, alle macht over hemel en aarde zal ontvangen.
Hij gehoorzaamt Zijn Vader, omdat Hij ons wil laten zien dat gehoorzamen doet leven.
Zelfs de moeilijkste opdracht is te volbrengen, omdat Zijn Vader nooit iemand te zwaar zal belasten.
Jezus wist, dat Hij zou overwinnen.
Niet voor niets zei Hij tegen de misdadiger, die naast Hem aan een kruis hing: ‘Heden, zul je bij Mij in het paradijs zijn.’
Verder stel je de volgende vraag: Welke vader wil zijn zoon zoiets aandoen als er niet een geweldige goede reden en noodzaak voor is? (zie ook: http://www.oudesporen.nl/Download/10-04.pdf )
Dit is een belangrijke vraag.
Ik denk, dat veel ongelovigen en ook veel gelovigen de noodzaak van Christus’ kruisdood niet inzien.
Waarom heeft God het niet op een andere, minder afschrikwekkende manier, kunnen oplossen?
Het is een vraag die al door veel generaties voor ons is gesteld.
Waarom zo? Waarom via het kruis?
Waarom heeft God de Vader dit Zijn Zoon aangedaan?
Waarom zond Hij Zijn Zoon naar deze wereld?
Deze vraag roept om een duidelijk en logisch antwoord.
Allereerst moeten we daartoe Gods voorzienigheid onderkennen en deze in rekening brengen.
Voor de grondlegging van de wereld heeft de drie-enige God alle miljarden scenario’s, die zich voor zouden kunnen doen bij het scheppen van mensen met een eigen verantwoordelijkheid, voorzien en doorgerekend.
De mogelijkheid van de zondeval in meerdere van die scenario’s is voorzien, en gezamenlijk hebben de Vader, de Zoon en de Heilige Geest hiervoor een oplossing bedacht.
Alle drie de personen van de drie-eenheid hebben hier van harte mee ingestemd.
Gods plannen zijn goed en Hij bereikt hoe dan ook Zijn doel.
In geen enkel scenario is de Zoon enkel slachtoffer, want God schiep de wereld door Zijn Zoon,
Hij verloste de wereld door Zijn Zoon en Hij laat de herschepping over aan Zijn Zoon.
Deze drie elementen: schepping, verlossing en herschepping, mogen nooit van elkaar worden gescheiden. (Bonhoeffer)
Je legt wel heel eenzijdig alle nadruk op Jezus’ gebed in Getsemane.
Het is inderdaad zo, dat Jezus daar bad of de beker niet weggenomen zou kunnen worden.
Dat wil ik niet wegpoetsen.
Maar Jezus heeft vooraf Zijn discipelen ingelicht dat Hij zou moeten lijden.
De graankorrel moest sterven, om daarna veelvoudig vrucht te kunnen dragen.
Jezus nam zelf het initiatief om naar Jeruzalem te gaan.
Hij regelde het Pascha.
Hij wees Judas aan als verrader.
Na Zijn gebed in Getsemane nam Hij nog duidelijker alle regie in handen.
Hij liet zich gevangen nemen, terwijl Hij tot tweemaal toe al die soldaatjes tegen de grond smeet.
Hij getuigde overtuigend tegenover Pilatus dat Hij Koning was van een ander Koninkrijk.
Hij sprak zeven kruiswoorden, en laat zich zo in Zijn hart kijken.
Wat een zekerheid spreekt daaruit!
Nog diezelfde dag zal Hij in het paradijs zijn.
Wat een liefde tonen Zijn woorden: ‘Vader, vergeef het hen, want zij weten niet wat zij doen’.
Het gebed in Getsemane toont aan dat Jezus 100% mens is.
Een krachtig mens,
Een mens, die weet wat Hij wil.
Een mens, die weet dat als Hij de wil van Zijn Vader volgt, goed kiest.
Een mens, die leeft met een geweldig perspectief voor ogen.
Een mens, die weet dat Hij aan het kruis zal triomferen.
Jezus heeft Job gekend.
Hij wist van alle rampspoed die Job is overkomen.
Hij wist het.
Maar Hij wist ook van alle zegeningen die Job daarna had ontvangen.
Job ontving het dubbele, en hij leefde nog 140 jaar.
Job leefde na de rampspoed veel intenser dan ervoor.
Job heeft de dood in de ogen gezien.
Maar daarna werd Job rijkelijk gezegend.
Eerst tijdens zijn verdere leven hier op aarde.
Daarna in de hemel, waar hij verenigd werd met allen die hem ontvallen waren.
God is een God van liefde.
Uiteraard maakt Hij alles meer dan goed.
Dat wist Jezus.
Zo kende Hij Zijn Vader.
Vanuit de Schrift.
Ik herken jouw taxatie, dat ik niet altijd inhoudelijk op je boek heb gereageerd.
Allereerst hou ik niet van een rauwe confrontatie, als de uitgangspunten te veel verschillen.
Jij zegt dat je buigt voor de Schrift, maar ik heb je voorzichtig willen laten aanvoelen dat
Je die Schrift meermalen eenzijdig interpreteert.
Het opschrift van je boek laat die eenzijdigheid zien: Jezus in ons.
Dit zou moeten zijn: Jezus in ons (Johannes 17:23) en wij in Hem (1 Johannes 4:13).
Dit is weliswaar moeilijk voorstelbaar, omdat tegelijk geldt: De Zoon is in de Vader.
(Johannes 10:38; 14:10-11;17:21)
Omdat ook geldt dat de Zoon in de Vader is, zijn wij (alle heiligen) ook in de Vader.
(1 Johannes 2:24)
De vervlechting tussen de Vader en de Zoon en de Heilige Geest is enorm sterk.
Het is echt een drie-eenheid, die tijdens de raad Gods alle scenario’s hebben doorzien.
God heeft de mens geschapen om een liefdevolle relatie met hem aan te gaan.
Door de zondeval is dit plan tijdelijk doorkruist, maar die mogelijkheid was voorzien.
Jezus heeft de ernst van de zonde laten zien door deze op Zich te nemen en daarmee Gods toorn over de zonde te stillen.
Daarmee ontving Hij alle macht in hemel en op aarde.
Daar ging Hij voor.
De eis van de wet (die geen mens kan houden) is daardoor komen te vervallen.
Daarvoor in de plaats is de eis van geloof en bekering gekomen.
Jezus heeft alle volken onttrokken aan de macht van Satan.
Jezus heeft Satan totaal verslagen.
In de PowerPointpresentatie over Voorzienigheid heb ik dit uitgewerkt.
Gods liefde, trouw en gerechtigheid zullen schitteren.
Zeker als alle boeken opengaan.
God heeft immers niets te verbergen.
Zijn bestuur is grandioos.
Ondanks alle lijden in het hier en nu.
Alles zal meewerken ten goede, voor hen die God liefhebben.
Het lezen van je boek heeft mij zeer geholpen om meer zicht te krijgen op de twee naturen van Gods Zoon. De geloofsbelijdenis van Athanasius heb ik er op nageslagen. Dat heeft mij verder gebracht.
In mijn eerdere beantwoording heb ik dat verwerkt.
Dus onze mailwisseling heeft, wat mij betreft, zeker veel opgeleverd.
Jammer, dat zelfs mensen die voor de Schrift willen buigen, elkaar op wezenlijke punten niet kunnen vinden.
Ik wens je veel zegen toe bij het verder bestuderen van de Bijbel.
Met vriendelijke groet,
Nico
- Als Adam 12 jaar was geweest (ik geloof dat dus niet), dan had hij niet verrast uitgeroepen toen Eva geschapen werd "been van mijn been en vlees van mijn vlees". Als 12 jarige heb je nog niet veel behoefte aan een vrouw, maar meer aan een moeder. Adam is dus als volwassen man geschapen.
- Adam heeft niet lang in het paradijs rondgewandeld (voor de zondeval), anders waren er voor de zondeval al nakomelingen geweest.
- De vrouwen die na Eva kwamen zijn niet geschapen uit een rib, want anders waren deze schepsels volmaakt zonder zonde geweest en hadden ze niet hoeven te sterven (Of er had een 2e zondeval plaats moeten vinden, wat erg onwaarschijnlijk is). Wat door God geschapen is, kan alleen maar zonder zonde zijn.
- Waarom moet je proberen om de miljoenen jaren binnen de Bijbel passend te maken? Je kunt toch gewoon geloven dat de wereld hooguit 20.000 jaar oud is?
- Wat is je doel van de doordenking?
- Er zijn talloze voorbeelden waarbij enge ziektes, zoals reumatische vergroeiingen en kankergezwellen, in fossielen zijn gevonden. Hoe is dit te combineren met het feit dat voor de zondeval het lijden afwezig verondersteld moet worden?
- Waarom heeft God Adam en Eva als onvolwassen mensen geschapen?
- Is de paradijsthese te speculatief? Doet deze afbreuk aan de Bijbel?
- Heeft God de zondeval voorzien?
- Had de wereld voor de zondeval mogelijk een andere vorm?
- Mailwisseling met André van Gelder, eindredacteur van Wetenschap van Meesterschap (SchepperEnZoon.nl).
- Mailwisseling met Rinus Kiel, creationist met een uitgebreide eigen website
- Reactie op de stelling uit De Reformatie van 7 oktober 2011
- Mailwisseling met Ton de Ruiter
- Wat zegt Daniël over de eindtijd?
- Wat is de late-alverzoening?
- Waar komt het kwaad vandaan?
- Wat zegt ons de tekst: ‘De bladeren van de boom brachten de volken genezing’ (Openbaring 22:2)?
- Gedachten bij ‘De stilte van God’ van Reinier Sonneveld
- Calvijns predestinatieleer gewikt en gewogen
- Gedachten bij ‘Profetisch licht – Toekomst voor Israël en de kerk’ van dr. J. Hoek (red.)
- Gods toorn en Gods geweld
- Is de vuurpoel te onderscheiden van de poel van vuur en zwavel?
- Hosea 11 en 12, over de brullende Leeuw en over Gods verkiezing van Jakob.