Reacties

6. Er zijn talloze voorbeelden waarbij enge ziektes, zoals reumatische vergroeiingen en kankergezwellen, in fossielen zijn gevonden. Hoe is dit te combineren met het feit dat voor de zondeval het lijden afwezig verondersteld moet worden?

Na de schepping verklaarde God dat alles zeer goed was. Uit die constatering mag afgeleid worden dat Satan en de zijnen op dat moment nog niet in opstand waren gekomen. Dus ook de eerste tijd na de schepping was alles goed. Dat veranderde pas toen Satan, Gods tegenspeler, de prachtige schepping ging ontregelen. Op een zeker moment na de schepping is Satan dus in opstand gekomen.

Verder weten we dat Eva door de slang is verleid. Daarbij mag verondersteld worden dat Satan daarin de hand had. Dus voor de zondeval had Satan al greep op een deel van de schepping. In elk geval had hij greep op de slang. Hoe?

Recent heeft ds. Bas Luiten een veronderstelling geponeerd over de Satan. Satan namelijk is een groots nabootser, en het lijkt erop dat hij ook de Drie-eenheid nabootst. Een soort satanische drie-eenheid. Bas Luiten komt tot deze conclusie in zijn artikel 'Is de satan nu gebonden?' Zie De Reformatie, jaargang 83 - nummer 31 - 10 mei 2008 (de nummers van De Reformatie verschijnen, weliswaar wat later, op het web www.dereformatie.nl )

Met het gegeven voor ogen dat we eigenlijk maar weinig van Satan weten, mogen we er desondanks vanuit gaan dat de Satan de initiatiefnemer is geweest om de goede schepping te verzieken. Die reumatische vergroeiingen en die kankergezwellen die in fossielen zijn te vinden, mogen we op het conto van Satan schrijven. De vraag is nu: Wanneer heeft Satan hiertoe het initiatief genomen? Net voor de zondeval?

Ik denk dat het gebruikelijk is om de aanval van Satan op de schepping te plaatsen net voor de zondeval. Na de verleiding van de mens kreeg hij immers de hele schepping in handen. Is deze aanname valide? Deze vraag dringt zich op doordat (sommige) wetenschappers de gevonden fossielen met kankergezwellen veel ouder dateren dan 6000 jaar.

De Bijbel geeft duidelijk aan dat het paradijs een beschermd gebied was. In het paradijs was alles idyllisch mooi. Tot aan de val.

Kan het zijn dat Satan al ver voor de zondeval actief is geweest buiten het paradijs? Kan het zijn dat Satan al ver voor de zondeval een deel van de wereld in zijn macht heeft gekregen? Kan het zijn dat God een lange tijd de Satan de toegang tot het paradijs heeft ontzegd?

Als we de strijd van Satan om het paradijs mogen vergelijken met de strijd die hij voerde tegen Gods volk, dan is er over de bovengestelde vragen best iets zinnigs te zeggen. Laten we bijvoorbeeld eens kijken naar de koning van Aram die oorlog voerde tegen Israël (2 Kon. 6: 8-23). Op een gegeven moment omsingelden de Arameeërs de stad Dotan met strijdwagens en paarden. Elisa was er rustig onder en zei tegen zijn knecht: 'Wees niet bang, wij zijn met meer dan zij.' Daarop kreeg Elia's knecht een visioen en zag dat de heuvels vol stonden met paarden en wagens van vuur (2 Kon 6,17). Dit overbekende verhaal spreekt boekdelen. Als God zo Elisa beschermt, dan kon Hij ook de Satan buiten het paradijs houden tot het moment dat Hij de Satan de toegang verleende.

Ik ga ervan uit dat Adam en Eva als onvolwassen geschapen zijn en dat God hen tijdens hun groei naar volwassenheid vrijwaarde van Satan. Maar zoals de koning van Aram wel de ruimte kreeg iets te verwoesten, zo kreeg Satan ook enigszins de ruimte om buiten het paradijs vernielingen aan te richten. Tenminste, dat laten de kankergezwellen in fossielen ons na zoveel eeuwen zien.

Na de val van de mens kreeg Satan de hele wereld in zijn macht. Dit is identiek aan wat er in Israël en omstreken de regel was: Wie de hoofdstad verovert en de koning overmeestert wordt daarmee heer en meester over het hele gebied. De mens was immers de kroon op de schepping. Toen hij viel had dat gevolgen voor de hele schepping.

De fossielen met kankergezwellen zijn dus de voetafdrukken van Satan, die hij voor de zondeval buiten het paradijs heeft gezet. Vanuit die voetafdrukken zijn de activiteiten van Satan voor de zondeval enigszins in te schatten. Als natuurkundigen - met de juiste dateringsmethoden - de leeftijd van die fossielen kunnen vaststellen, dan weten we wanneer de Satan zijn aanval op de schepping is begonnen.

Als de periode vanaf de schepping tot de aanval van Satan X1 jaar is, en de periode van Satans aanval tot aan de zondeval X2 jaar, dan is de leeftijd van de aarde voor te stellen als: 6000 + X1 + X2 = Y jaar oud. Het is aan de natuurkundigen om deze onbekenden te bepalen.